Saint-Jacques, oftewel, apostel Jacobus, ligt volgens de legende begraven in Santiago de Compostella. De tocht tussen de citadel van Namen en die van Dinant, die wij hier vandaag al lopend zullen afleggen, ligt op de Via Limburgia, één van de traditionele routes die richting het bedevaartsoord in Spanje lopen. Niet toevallig is deze Jacobus dan ook, onder andere, de beschermheilige van de pelgrims. Het stopt net op tijd met regenen en we starten hoog en droog met zo’n 400 bovenin de Citadel van Namen. De start is redelijk pittig te noemen en een paar raketten schieten meteen uit het zicht. Met een groepje zetten we de achtervolging in, meer om die fusees in het zicht te houden dan om ze in te halen. Met een rotvaart gaat het naar beneden en verlaten we de stad, waar naar verluid de voet van onze Jacobus in het museum als relikwie wordt bijgehouden. Ik neem me voor mijn beide voeten in elkaars buurt te houden. Met die voeten gaat het voorlopig goed trouwens. Op voorhand werd er aangekondigd dat deze loopwedstrijd zo precies mogelijk de traditionele pelgrim-route zou volgen en er dus geen rekening werd gehouden met het feit of de ondergrond nu trail of macadam is, iets waar menig trailloper nogal eens hooghartig over durft te zijn… Mij kan het allemaal weinig schelen en ik tracht het strakke tempo dat we ingezet hebben op eender welke ondergrond zo aangenaam mogelijk te laten voelen… schouders los, benen relax en het hoofd nog niet te veel laten meedoen… De flanken van de Maasvallei liggen er goed beloopbaar bij en de snelheid blijft snoeihard. Rond kilometer 20 lopen we door de Tuinen van Annevoie. Bezoekers moeten er normaal betalen, wij mogen langs de kassa binnen lopen zonder stoppen. Ik zit met het groepje achtervolgers nog steeds op een zakdoek. Het tweede deel van het parkoers is wel beduidend zwaarder dan het eerste deel. Meer steile hellingen, het grillige woud van Yvoir, een losse veter, een verloren drinkbus, ik verlies langzaam maar zeker terrein op de nummer 2, 3, 4, … Ook is het ondertussen slalommen tussen de deelnemers van de kortere afstanden die ergens halverwege gestart zijn. De meeste lopers erkennen dat je al van ver komt en maken zo goed en kwaad mogelijk plaats op deze smalle paadjes… de uitzondering met Dr Dré Beatz hoofdtelefoon on full blast niet nagelaten. Even rakelings langs de prikkeldraad. Mouw gescheurd, no diggity... Na het marathonpunt, dat ik sneller liep dan mijn eerste 2 marathons op de vlakke baan slechts 2 jaar geleden, de laatste afdaling richting Dinant in. Er komt nog een groepje van de 45km me voorbij maar ik kan helaas niet meer aanpikken. Misschien gaat het ondertussen toch niet zo goed meer met die voeten, ze voelen warm aan, gloeien bijna. Saint Jacques is ook de beschermheilige van de kousenmakers en ik zou maar al te graag een nieuw paar bestellen bij hem op dit moment, een 43 graag. De laatste honderden meters tot de finish gaan uiteraard omhoog richting citadel, langs de 408 trappen. Er zijn verschillende redenen om een bedevaart te ondernemen, om het heilige te ervaren, respect te betuigen, inspiratie te zoeken, tot bezinning te komen of om boete te doen voor je zonden… niet zo gek verschillende van de reden waarom mensen aan dit soort wedstrijden mee doen eigenlijk. Op die laatste zware trappen zie je inderdaad menig pelgrim zwijmelend en zwalpend cash betalen voor zijn zonden…trap per trap, duwen, trekken, sleuren, sterven en verreizen en als 7e over de meet in 03u51m. Tevreden! Vooral met het sterke gevoel gedurende de hele wedstrijd. Een geslaagde eerste test dus richting de marathon van Kasterlee en met veel vertrouwen de winter-trails tegemoet. Wie weet tot in Compostela, Saint Jacques! En apostel Jacobus sprak: "amai mijn gat wat een steile trappen"
|
Author(ultra-)lopende-gitaar-spelende vegetariër Archives
April 2023
Categories |