Op naar Magné nabij Luik voor de voorlopig laatste wedstrijd in de voorbereiding richting Madeira Island Ultra-Trail eind april. La Magnétoise is er een aantal jaren tussenuit geweest, maar dit jaar is ze er, op de schouders van enkele enthousiaste jonge snaken, weer in volle glorie. Voor de 3€ inschrijving moet je het in ieder geval niet laten, al krijg je er maar weinig informatie voor in de plaats. Ik wist net nog hoe ver het ongeveer ging zijn, maar of- en waar er eventueel bevoorradingen gingen zijn bleef tot net voor de start onduidelijk en voor een GPS file van het parcours moest je ook zelf zorgen. Als ultra-loper mag je zulk een kans om je zelfredzaamheid te oefenen uiteraard niet laten liggen, dus 1,5 liter water op de rug en een eigenhandig getekend parcours in de horloge. Als ik die horloge niet thuis op de vensterplaat was vergeten had ik er zelfs gebruik van kunnen maken... Aan de start onder de piepkleine kerktoren dus, zonder horloge, maar met des te meer gezonde goesting. Het is een prachtige droge dag met net genoeg krakend koud in de ochtend om jezelf lekker warm te lopen. De eerste kilometers verlopen erg rustig, ook al starten we samen met de lopers van de kortere 45km wedstrijd. Al snel lopen we met een stabiel groepje heuveltjes op en af. De opkomende zon werpt een prachtige oranje gloed doorheen de dennenbossen, net genoeg om het randje van de ochtendkou er af te nemen. Genieten. Na een goeie 15km voel ik dat de motor is warmgedraaid en draaf ik enkele kilometer wat harder door om te voelen hoe dat voelt. Zonder hartslagmeter of enige afstands- of tijdsindicatie is dat inderdaad het enige waar ik vandaag op kan afgaan: gevoel. Hoe voelen de benen? Dorst? Hoe hard ben ik aan het werken? Kan ik dit nog een uur of 4-5 volhouden? Het werkt in zekere zin bevrijdend om helemaal vanuit je eigen sensaties te lopen. Wellicht draagt het feit dat ik merk dat de rest van het groepje waarin ik liep niet direct lijkt te kunnen volgen in de versnelling bij aan dat sterke sentiment... alleen op pad dan maar! De komende 30km zal ik inderdaad letterlijk niemand meer tegen komen. Het blijft lekker op en neer gaan over bospaadjes, een paar modderstroken en door een aantal miniscule dorpjes waar de streek een patent op lijkt te hebben. Ik schrik op uit mijn trance als ik de bevoorrading op 45km tegen kom. Ik hoor ondertussen ook van supporter Robin dat ik op een tweede plaats loop. Onverwacht, want ik had om één of andere reden in mijn hoofd ergens rond de vierde positie te hangen... Ik geloofde hem in eerste instantie dan ook niet. 'Jawel, Jawel, ... allé, hij zit niet ver'. Vlak na de bevoorrading op 10km van de aankomst loop ik inderdaad ineens aan de leiding, met een paar stevige Baskische benen in mijn kielzog. Helaas behoren die benen toe aan Zigor Iturrieta. Een prof met een 3e plaats op de UTMB en onder andere winst op Transgrancanaria op zijn palmares. Hoe moet ik die cabron er hier op die molshopen af lopen? Ik besluit dan maar een praatje te slaan in de stiekeme hoop dat hij op zijn adem zou trappen. Goed geprobeerd, maar helaas. Op de voorlaatste helling moet ik een gaatje laten en ik zie de eerste plaats langzaam uit mijn vizier glippen, hasta la vista helaas. De laatste kilometers slingeren weer bergop richting Magné en voor ik het weet sta ik weer onder de kerktoren waar we 5u42m geleden vertrokken waren. Zeer tevreden over wat wellicht mijn beste loopprestatie tot nu toe is, en dat helemaal op gevoel. Ik neem me voor dat gevoel in de toekomst maar meer te volgen en ben erg benieuwd waar het me naartoe zal leiden...
Een kleine week had ik om enigszinds te bekomen van de Meerdaalwoudtrail, maar dat bleek meer dan genoeg te zijn. Trailen in een streek waar je doorgaans niet aan denkt als je aan trailen denkt, ik toch niet. Een knappe tocht door de bossen van Braine-Le-Compte waar de trail des Bosses al aan zijn achtste editie toe is dit jaar. 'Bosses', niet als een slechte vertaling van 'bossen', zoals ik eerst dacht, maar als in het Frans voor 'bobbels'. Hollen over builtjes in het hol van Pluto dus, my idea of fun! De wedstrijd wordt georganiseerd door een kleine groep enthousiastelingen van Ams Tram Trail met het hart voor de sport op de juiste plaats en dat merk je aan alles. De schappelijke deelnameprijs, de vriendelijke vrijwilligers bij de bevoorradingen en de gemoedelijkheid aan de start. Ik besluit gezien de wedstrijd van vorige week behouden te starten en onderweg te zien hoe ik de klimmetjes en kilometers zou verwerken. Op ralenti gestart dus en het snellere groepje maar laten lopen vooraan. Na zo'n kleine 5 kilometer vond ik het echter al welletjes geweest. Trager starten, allemaal goed en wel, maar t'is wel de bedoeling dat ik hier een beetje moe van word natuurlijk. Ik passeer de eerste bevoorrading als 10e, waarna er een prachtig stuk parcours langs de scheepslift van Ronquière volgt. Vals plat omhoog dus, maar minder bobbels, waardoor ik het tempo serieus de hoogte in kan jagen. Na elke loper die ik inhaal kan ik bovendien nog een extra tandje bijsteken zodat ze het zeker niet in hun hoofd halen hun karretje aan te pikken. Naast het competitieve aspect is het, zeker op de langere afstanden, soms ook gewoon plezierig alleen te lopen. Het dwingt je om, zonder klingelende telefoons, pruttelende mailboxen of enige andere afleiding even alleen met jezelf te zijn. De volgende kilometers loop ik dan ook helemaal alleen en begin me af te vragen of er nog wel iemand voor me loopt, want ik zie in de verste verte niemand... Bij de 2e bevoorrading op kilometer 30 krijg ik het antwoord: 5e. T'zal toch niet waar zijn, weeral 5des? Nog 15 kilometer, terug het bos in, om daar wat aan te doen dus. Ik ben dan ook blij als ik een paar kilometer later ineens 2 lopers in het vizier krijg. 2 vliegen die niet meer echt vlot de laatste heuvels op vliegen, en het wil lukken dat ik nog klap genoeg heb. Hop, ineens het podium op lopen dus! Ik blijf intussen tempo maken in de modder, want het is intussen al een uurtje aan het regenen, en ook de nummer 3 Thomas Loquet moet er in de laatste kilometers nog aan geloven. In de laatste rechte lijn werd ik nog tot een sprint gedwongen door iemand waarvan ik dacht dat hij uit de achterhoede was komen aansluiten, maar achteraf eigenlijk de eerste van de kortere 25km wedstrijd bleek te zijn. 2de plaats dus, na een weeral erg sterke Stijn Van Lokeren. Met een tevreden gevoel over de wedstrijd en mijn indeling ervan keer ik terug naar de bewoonde wereld. Up next: La Magnétoise binnen 2 weken, maar eerst die gewonnen trappisten een goede bestemming geven! 4 weken ver zit ik in de training richting hoofddoel dit voorjaar: eind april de Madeira Island Ultra-Trail tot een succesvol einde brengen. 115 kilometer ver en 7 kilometer omhoog is het daar. De boodschap is dus eenzaam volume draaien in het voorjaar. Theoretisch is dit volume dan weer een ideale voedingsbasis voor een snelle marathon ergens tegen de zomer, maar laat ons voor een keer niet op de zaken vooruit lopen. Tijd om nog eens buiten te komen dus, want dat was al weer even geleden, voordat ik een verzuurde kluizenaar word. Een prachtdag om te lopen en mooi volk aan de start in het initieel idyllische Meerdaalwoud. Omdat deze wedstrijd, voor een trail, een relatief vlak parcours heeft en in de achtertuin van Leuven is, trekt ze een erg breed en talrijk publiek aan. Veldlopers, triatleten, baanvolk en piste-paarden, een bont allegaartje waarvan er potjandorie een paar kunnen lopen. De transformatie van Idyllisch naar slagveld duurt dan ook exact 500 meter kinderkoppen, waarna het slijk ons al meteen kwistig om de oren vliegt. Ah wat heb ik dit gemist. Na de traditionele veel te snelle start gaat het ook amper langzamer. Bikkelen om bij de eerste 10 te blijven voorlopig. Maar ik voel me sterk en zelfzeker. De kilometers van de laatste weken maken de benen sterk en het hoofd hard. Meerdaalwoudtrail, leuker dan dat het er uit ziet - Pic © by TDB Kort omlaag, kort omhoog. Geen ellelange klimmen hier in het Hageland, maar spitse en krachtige snokken die de benen doen tintelen en de oren doen suizen. Met een overschot aan bruis maar een tekort aan luchtbellen maken we het keerpunt ter hoogte van het Everzwijnbad. De hele weg is het een gewaagd spel van haasje-over, blufpoker en tactisch terugvallen, een echte race dus. Had ik al gezegd dat ik dit gemist heb? Op het laatste zware op en neer stukje richting kilometer 20 verneem ik dat ik op de 6e plaats hang. Amahola! Vorig jaar zou ik met deze snelheid vlot op het podium staan. Ik schud de teleurstelling van me af zoals alleen lopen me dat kan laten doen en duik de laatste kilometers in. Op de finale klim passer ik nog een loper…’als je van verzuring spreekt…’ roept hij me na…ik wil “de goeie soort!” antwoorden, maar kom helaas niet verder dan een hele diepe zucht… Ik ben echter blij te voelen dat ik me nog steeds sterk voel en loop de, op de start na, snelste kilometer van de wedstrijd richting finish. Vijfde plaats, wat geen schande is met Belgische topper Kjell De Hondt en de Ironmannen Rutger Beke en Thomas De Schutter op de schavotjes 1, 2 en 3.
Tevreden over deze test dus en op naar nog een paar weken volume in’t lang en in’t hoog. Misschien volgende week nog een wedstrijd proberen mee te pikken, gewoon, tegen de verzuring... Saint-Jacques, oftewel, apostel Jacobus, ligt volgens de legende begraven in Santiago de Compostella. De tocht tussen de citadel van Namen en die van Dinant, die wij hier vandaag al lopend zullen afleggen, ligt op de Via Limburgia, één van de traditionele routes die richting het bedevaartsoord in Spanje lopen. Niet toevallig is deze Jacobus dan ook, onder andere, de beschermheilige van de pelgrims. Het stopt net op tijd met regenen en we starten hoog en droog met zo’n 400 bovenin de Citadel van Namen. De start is redelijk pittig te noemen en een paar raketten schieten meteen uit het zicht. Met een groepje zetten we de achtervolging in, meer om die fusees in het zicht te houden dan om ze in te halen. Met een rotvaart gaat het naar beneden en verlaten we de stad, waar naar verluid de voet van onze Jacobus in het museum als relikwie wordt bijgehouden. Ik neem me voor mijn beide voeten in elkaars buurt te houden. Met die voeten gaat het voorlopig goed trouwens. Op voorhand werd er aangekondigd dat deze loopwedstrijd zo precies mogelijk de traditionele pelgrim-route zou volgen en er dus geen rekening werd gehouden met het feit of de ondergrond nu trail of macadam is, iets waar menig trailloper nogal eens hooghartig over durft te zijn… Mij kan het allemaal weinig schelen en ik tracht het strakke tempo dat we ingezet hebben op eender welke ondergrond zo aangenaam mogelijk te laten voelen… schouders los, benen relax en het hoofd nog niet te veel laten meedoen… De flanken van de Maasvallei liggen er goed beloopbaar bij en de snelheid blijft snoeihard. Rond kilometer 20 lopen we door de Tuinen van Annevoie. Bezoekers moeten er normaal betalen, wij mogen langs de kassa binnen lopen zonder stoppen. Ik zit met het groepje achtervolgers nog steeds op een zakdoek. Het tweede deel van het parkoers is wel beduidend zwaarder dan het eerste deel. Meer steile hellingen, het grillige woud van Yvoir, een losse veter, een verloren drinkbus, ik verlies langzaam maar zeker terrein op de nummer 2, 3, 4, … Ook is het ondertussen slalommen tussen de deelnemers van de kortere afstanden die ergens halverwege gestart zijn. De meeste lopers erkennen dat je al van ver komt en maken zo goed en kwaad mogelijk plaats op deze smalle paadjes… de uitzondering met Dr Dré Beatz hoofdtelefoon on full blast niet nagelaten. Even rakelings langs de prikkeldraad. Mouw gescheurd, no diggity... Na het marathonpunt, dat ik sneller liep dan mijn eerste 2 marathons op de vlakke baan slechts 2 jaar geleden, de laatste afdaling richting Dinant in. Er komt nog een groepje van de 45km me voorbij maar ik kan helaas niet meer aanpikken. Misschien gaat het ondertussen toch niet zo goed meer met die voeten, ze voelen warm aan, gloeien bijna. Saint Jacques is ook de beschermheilige van de kousenmakers en ik zou maar al te graag een nieuw paar bestellen bij hem op dit moment, een 43 graag. De laatste honderden meters tot de finish gaan uiteraard omhoog richting citadel, langs de 408 trappen. Er zijn verschillende redenen om een bedevaart te ondernemen, om het heilige te ervaren, respect te betuigen, inspiratie te zoeken, tot bezinning te komen of om boete te doen voor je zonden… niet zo gek verschillende van de reden waarom mensen aan dit soort wedstrijden mee doen eigenlijk. Op die laatste zware trappen zie je inderdaad menig pelgrim zwijmelend en zwalpend cash betalen voor zijn zonden…trap per trap, duwen, trekken, sleuren, sterven en verreizen en als 7e over de meet in 03u51m. Tevreden! Vooral met het sterke gevoel gedurende de hele wedstrijd. Een geslaagde eerste test dus richting de marathon van Kasterlee en met veel vertrouwen de winter-trails tegemoet. Wie weet tot in Compostela, Saint Jacques! En apostel Jacobus sprak: "amai mijn gat wat een steile trappen"
|
Author(ultra-)lopende-gitaar-spelende vegetariër Archives
April 2023
Categories |