KOMAAN SNELLE JELLE! Ze noemen deze marathon liefkozend 'de mooiste' in Nederland. Ik besef wanneer ik voor de duizendste keer bovenstaand Nederlands peperkoek merk hoor schreeuwen dat de schoonheid hier door het enorm talrijk aanwezige publiek wordt gecreëerd. Ik heb er een prachtig trainingsblok opzitten dit voorjaar, veel kilometers, veel kwaliteit, en een geruststellende test enkele weken terug met een PR op het BK halve marathon. Voordien zou ik nooit durven hopen dat het verbreken van mijn marathon PR van 2u36 van enkele jaren geleden er zou inzitten, maar langzamerhand begon ik zelfs te geloven in een tijd richting de 2u30. Ik stond hier in ieder geval aan de start belust op wraak voor de complete crash in 2019. Echter, tijdens de taper, de weken van relatieve rust die zo'n wedstrijd vooraf gaan, blijft er enige zeurderigheid in de bovenbenen steken waardoor ik toch behouden gestart ben aan deze wedstrijd. We lopen in een fijn groepje, beschut tegen de stevige bries die er waait. We passeren halfweg in 1:17:08. Geen super ambitieus tempo gezien de doelstellingen maar ik verkies in de groep te blijven. Snel genoeg om de mogelijkheden open te houden in de 2e helft, maar toch relax genoeg om me te laten voelen totale controle te hebben. Ik heb gelukkig sinds 2019 heel wat geleerd. Ik schud de armen nog even los wanneer we voor de 2e keer die mooie Erasmusbrug over mogen en begin aan het stuk waar de marathon echt begint, kilometer 32. Nog een rondje Kralingse plas, door de stad die inmiddels tot de nok gevuld is, en klaar, makkelijk, toch? Wanneer ik Bashir Abdi, die in tegengestelde richting naar de winst snelt, nog met veel trots kan aanmoedigen merk ik dat de rest van de groep zich laat terug zakken. Laat die frisse Belg hier maar kop trekken... en trekken doe ik. Het groepje scheurt uit elkaar en het is ieder voor zich. Zo'n marathon is altijd inhouden, inhouden, inhouden tot inhouden niet meer als inhouden voelt. Dat moment is gekomen. De hartslag kruipt de hoogte in, de ademhaling wordt zwaarder en de benen beginnen bij de minste versnelling tekenen van krampen te vertonen. Ik herken het gevoel en panikeer niet, maar het aftellen is wel degelijk begonnen, gelletje nummer 3 binnen knallen en gaan... komaan, dit is waarvoor je hier bent. Wanneer ik harkend kilometer 39 passeer waar ik in 2019 ineens op de stoep zat, gaat er een huivering door mijn lijf, een kleine overwinning, nog 2 kilometer... meer en meer volk langs de kant, luid, luider, oorverdovend zelfs. SNELLE JELLEEEUHH! De laatste 500 meter hier zijn wellicht de mooiste die ik ooit gelopen heb. Ik zie de klok voorbij 2u35 tikken maar voel me gedragen. Door deze fantastische menigte, door de geweldige vriendenkliek waarmee we al 2 dagen in Rotterdam zijn, buikpijn van het lachen en herinneringen voor het leven, mijn gezinnetje die mij zo hard steunen, onvoorwaardelijk, mijn ouders, die onverwacht hier langs de kant staan... Nooit heb ik me zo sterk en kwetsbaar tegelijk gevoeld, met vuist in de lucht en tranen in de ogen over de meet. 2u35.31. Niet het ultieme droomresultaat, maar wel een minuut van mijn persoonlijk record en zeker een resultaat waarmee ik blij ben. Ik ben nooit sneller geweest op de marathon. De snelste Jelle als het ware... hé, wacht eens even.. Bedankt, Rotterdam, u was fantastisch, en zeker tot een volgende keer. Al zou ik wel willen vragen of jullie me bij terugkomst met SNELSTE JELLE willen aanspreken... huuuuuj!
0 Comments
Meerdere keren per week heb ik hier de afgelopen 4 jaar over gedroomd. In mijn dromen haalde ik, net als in 2018, de finish nooit. DNF. 3 letters waartoe nog maar 1 wedstrijd mij gedwongen had tot nu toe: Did Not Finish. Het pikte destijds zo hard dat ik de moed niet had om er hier iets over te schrijven. Er viel ook niet zo veel over te zeggen. Kleine foutjes worden tot in het extreme uitvergroot op dit soort wedstrijden, en dus een beetje te weinig kleding aantrekken s'nachts, een beetje te weinig eten, een beetje te snel starten, een grote teleurstelling. Met maatjes Jurgen en Tom, een uur voor de start van UMTB2022 0-40km hoofd koel in de chaosElk jaar lijkt dit evenement nog verder uit zijn voegen te barsten, de zogenaamde hype kan je bijna proeven in de lucht als je de dagen voor de wedstrijd in de stad rondloopt. Ook je klaarzetten aan de start en wachten tot Conquest of Paradise je op weg stuurt is een evenement op zich. De eerste marathon is een caleidoscopische kakofonie van koebellen, 5 rijen dik, gejoel en getier, lawaaierige witte wijndrinkers en schreeuwerige fanfares. Daarin trachten een rustig en houdbaar tempo te zoeken is een uitdaging. We gaan iets te snel, maar het lijkt onmogelijk om nòg trager te lopen. 40-80km de donkerte inDe nacht valt en we gaan de échte bergen in. Verlaten, stil en donker. Vorige maand was ik dit stuk al eens komen verkennen overdag, en ik weet dat het hier prachtig is. Ruwe rotswanden die zich hoog aftekenen op de nog grotere reuzen op de achtergrond. Vandaag zijn de 2 meter voor de voeten het enige wat we zien, maar het helpt te weten wat er zich in de donkerte bevindt. Ik heb het gevoel een goed ritme te vinden zowel met het lopen als het eten. De bevoorradingen volgen elkaar vlot op en het weer s'nachts is perfect droog en koel. Het is een beetje accordeonnetje met mijn 2 kompanen. Zij gaan bergop een beetje sneller, maar ik probeer mijn eigen tempo te blijven houden. Op de afdalingen en de meer loopbare stukken haal ik ze steeds weer bij. In de laatste kilometers richting Courmayeur, een grote bevoorrading waar ook de volgers mogen assisteren, begint mijn maag een beetje te protesteren. Ik mag echter niet klagen want Tom heeft het de laatste kilometers veel erger zitten en kan zelfs niets meer binnenhouden. Ik hoop dat voor hem het tij keert na de volgende stop. 80-130 zolang mogelijk genietenEen ultra en zeker een 100 mijler kan je eigenlijk geen loopwedstrijd meer noemen. Het is een soort meedogenloze meerkamp waarin je lopen, stappen, power-hiken, eten, energie conservatie en aan probleemoplossende sportieve improvisatie doet. In Courmayeur werk ik verder aan dat eten en eet zoveel als ik denk dat mijn maag kan verdragen. Ik riskeer een koffietje en die simpele oploskoffie duikt makkelijk in mijn top 5 beste koffies ooit. Risico waard. Na deze bevoorrading stijgen we op ons gemak terug de bergen in en laten het ontbijt verteren. Alleen bij Tom lijkt dat niet zo vlot te gaan want voor we goed en wel boven zijn doet zijn pasta penne hetzelfde. Hij loopt nu al een paar uren zonder iets binnen te houden en zal na 100 km helaas moeten opgeven. Ik heb moeite met hem achterlaten, maar we kunnen weinig anders doen helaas. Toen waren ze nog met 2... We lopen door de prachtig ruwe val de Ferret met als myrtille op de tarte de Grand col de Ferret. Een klim die menig loper breekt, ook mij in 2018. Draai of keer deze klim zoals je wil, het blijft een beest. Jurgen loopt zoals vaak bergop weer even van me weg maar ik wil gewoon in min of meer frisse staat boven geraken. Het gaat traag, maar het gaat. Een klein uur later voel ik de wind, die daar altijd lijkt te waaien, aanwakkeren en komt de iglo tent op de top in zicht. Ik zit ondertussen iets achter op mijn, weliswaar ambitieuze, schema om rond de 29 uur te finishen. Jurgen is ook al aan de afdaling van meer dan 20 kilometer begonnen. Ik treuzel dus niet en maak weer wat tijd goed op deze sectie. Ik krijg een kleine boost als ik voorbij La Fouly loop, de bevoorrading waar ik 4 jaar geleden mijn nummer ben gaan afgeven. Uw nek ziet rood Jurgen, zou je uw pet niet opzetten? Jurgen stopt even en ik daal gestaag verder af om met een pittige knik de bevoorrading in Champex Lac binnen te wippen. Ik verwachtte Jurgen elk moment in de klim...maar hij kwam niet. 'Je bent te vroeg... en Jurgen is moeten stoppen met een zonneklop' wisten mijn papa en nonkel me te vertellen. Super crew met minder super nieuws. Ik kreeg er zelf ook een klop van. Nog uren verder alleen, terug de nacht in was niet bepaald een aantrekkelijk vooruitzicht. Wij spreken zelden af of we gaan samenblijven of niet, maar zelfs als je maar in elkaars buurt loopt put je daar motivatie uit. Na zoveel uren samen had ik met dit scenario geen rekening meer gehouden. Ik houd de bevoorrading zo kort ik kan, zodat ik de tijd niet heb om na te denken. Toen was er nog maar één... 130-170 zo hard mogelijk afzienIn de dagen voor de wedstrijd wordt er veel gegeten, weinig gedaan en veel gezeverd. Af en toe kom je dan tot semi-filosofische mijmeringen die tijdens de wedstrijd weer door je hoofd beginnen spelen. Waarom doen we dat hier net? Om jezelf te leren kennen? Wat als je tot de conclusie komt dat je eigenlijk niet altijd zo'n toffe bent...wat ga je daaraan dan doen? Als je vaak gaat lopen wil dat dan zeggen dat je jezelf zo tof vindt dat je maar niet genoeg van jezelf kan krijgen? Ik had in ieder geval na aankomst in Trient onderhand genoeg van mezelf, van het constant op jezelf inpraten. Nog een kleine 30 kilometer te gaan. Geen zin om nu nog te stoppen en hier weer 4 jaar van wakker te liggen. Ik heb een trui gekocht met alle deelnemers op, ik kan die nooit aandoen als ik niet finish. We zaten in een veel te chique en dure chalet, zalig geslapen, dus dat is ook al geen excuus. Mijn papa en nonkel en de rest van de top crew die ook al 2 dagen wakker zijn, er moet een finish komen. Mijn 2 kompanen die geen keuze hadden maar zijn moeten stoppen, ik heb geen enkele reden. De vele vrienden thuis die mijn manneke aan't volgen zijn op de live tracking, mijn vrouw en zoontjes die hier ook veel papa-tijd voor opgegeven hebben...ik kan iedereen toch niet teleurstellen. Maak deze laatste klim af en je kan de rest van het jaar in de zetel zitten. Gewoon overleven, overleven tot La Flegere. De laatste afdaling, je hebt je benen niet meer nodig na dit...toch niet meteen.... Na een paar uur van dat zou je voor minder horendol worden. Maar dol of niet, ik slaag erin weer te staan waar we een goeie 32 uur geleden gestart waren in Chamonix. 3e finish hier na de CCC in 2016, TDS in 2021. 3e keer in het holst van de nacht. De trouwe supporters zijn echter wel nog wakker en ik ben dankbaar hen daar te zien. Ik had gehoopt minder lang onderweg te zijn, ik had gehoopt minder af te zien de laatste uren, ik had gehoopt met 3 de finish te halen, ik had gehoopt iets sterker en sierlijker over de finish te lopen...maar ik accepteer. Wat ik er precies van moet maken weet ik niet meteen. Ook nu, een goeie week na datum is het nog steeds wat aan het bezinken. Het enige dat ik al zeker weet, is dat ik voor de eerste keer in 4 jaar al een hele week niet over de UTMB heb gedroomd. Goh, waar te beginnen met deze. Misschien halverwege. Halfweg12u ver, het is 4u s'ochtends en ik heb er zo'n 120 kilometer op zitten. Allemaal in rondjes van 944 meter weliswaar dus ver van mijn vertrekpunt ben ik nog niet gekomen. T'is moeilijk te achterhalen op welke plaats in het klassement ik me momenteel net bevind. Iedere deelnemer heeft zijn eigen ritme en tactiek. Sommigen lopen een paar snelle rondes om het dan een poosje rustig aan te doen, terwijl anderen trachten een houdbaar ritme te hanteren. Zowat de helft van de starters is ondertussen ook al gestopt, grotendeels door de zeer zware omstandigheden die het weer en vooral de wind ons voor de voeten gooide de eerste uren van deze wedstrijd. Hoe kom ik hier net terecht eigenlijk? Ik maakte een 7 tal weken geleden de fout om dit sluimerende zot idee aan een paar vrienden voor te leggen, waarna zij er zo enthousiast op reageerden dat ik niet anders kon dan me inschrijven. Diezelfde vrienden proberen nu halverwege wedstrijd mijn regenbroek uit te trekken en wat eten in mijn mond te stoppen terwijl ik ongeduldig wat tracht te rekken en strekken in mijn stoel. Ik vraag me af of ze het nog steeds zo'n geweldig idee vinden... Ik was best wel nerveus geweest voor deze wedstrijd. Ik heb al wel eens lang gelopen, en al wel vlak en snel ook, maar zo'n 24 uren loop, zonder variatie in parcours, zonder fysieke finishlijn, zonder bevoorrading, bergtop of leuk uitzicht om naar uit te kijken... De gevolgen van de monotone belasting zijn nu halverwege inderdaad al goed voelbaar in de hele keten. Tenen, enkels, knieën, heupen, rug, nek,... in geen enkele ultra in de bergen heb ik dit ooit zo fel gevoeld. Het is duidelijk dat dit soort wedstrijd inderdaad een discipline op zich is die zijn eigen specifieke voorbereiding en uitdagingen met zich meebrengt...zijn de 6 weken training wel voldoende geweest? fysiek = Mentaal?De komende uren verlopen op zich nog steeds vrij vlot. Ik kan tot kilometer 150 relatief soepel blijven lopen en ik kan voldoende voeding blijven binnenspelen om mijn energie op pijl te houden. Je hoort dikwijls dat zo'n wedstrijden meer om het mentale dan het fysieke draaien, maar dat is toch niet helemaal mijn ervaring. Zolang het fysieke blijft werken heb ik doorgaans geen enkele last met het mentale aspect. De kleine rondjes storen me niet op zich, ik tel per blokken van 3 uur, kleinere blokjes van een uur, per halfuur en later rondje per rondje en aan het einde gewoon tot aan de volgende bocht. T'is voor mij inderdaad pas wanneer je tot vertragen, wandelen en later strompelen wordt gedwongen dat het mentaal moeilijker wordt. De kilometers gaan niet meer vooruit, maar ook de tijd zelf lijkt te vertragen met het ritme van je benen. Deze Einsteiniaanse tijdafwijking manifesteert zich vandaag vanaf kilometer 150. De komende 20 kilometer zullen grotendeels in wandelpas worden afgewerkt terwijl ik mezelf tracht te hergroeperen. Ik tracht de benen wat te laten rusten of toch minstens om ze op een andere manier te belasten, ik eet wat meer en vertrouw erop dat deze dip zal voorbij gaan. Het wachten op beterschap wordt gelukkig aangenamer door te babbelen met de meelopers en andere deelnemers. Het is een bende fascinerende karakters waarmee we hier een weekend vertoeven met elk hun eigen soms erg inspirerend verhaal. De wederopstandingVanaf kilometer 170 kan ik dankzij de genomen rust terug beginnen lopen. Het voelt goed dat het vertrouwen in de herrijzenis niet tevergeefs was. De komende 3u kan ik weer quasi non-stop lopen en na 23 uren staat de teller op 195 kilometer. Ondertussen ligt het klassement ook zo goed als vast. Ik loop op een 4e plaats en 3e in de categorie voor het Belgisch kampioenschap. Achter mij is er geen directe dreiging meer en de atleten voor mij zijn te ver weg om ze nog in te halen op dat laatste uur. Ik beluit om mezelf niet onnodig meer pijn te doen en leg de wedstrijd neer op 200,8 kilometer en een 3e plek voor het BK. Een diepe buiging voor Yvan, Arne, Tony en bij uitbreiding alle deelnemers aan dit evenement, allemaal krakken.
Persoonlijk draag ik graag mijn medaille graag op aan mijn fantastische crew en entourage. Zonder jullie hulp en aanmoedigingen had ik hier zelfs niet aan de start gestaan. Het was weer een dag die niemand van ons snel zal vergeten, laten we er zo maar zo veel mogelijk trachten te verzamelen. Ik steek hier zeker ook weer heel wat geleerde lessen in mijn trail rugzak en trek nu weer even de minder belopen paden op, al zal het wel een paar weken duren eer die benen weer vlot draaien. We zijn op 20 minuten van de bevoorrading aan Col du Petit Saint Bernard als de eerste druppels beginnen te vallen. drup drup zouden we stoppen om iets aan te trekken of zal het nog wat over blijven. DRUP DRUP...DONDER... mm toch maar best stoppen. Nog voor ik mijn regenjas goed en wel uit mijn rugzak gefriemeld heb ben ik eigenlijk al doorweekt. Ze hadden aan de start zo'n 30 kilometer terug inderdaad een kort en intens onweer voorspeld. De bliksemschichten en rommelende donder zijn indrukwekkend, maar naarmate we richting 2200 meter hoogte gaan maak ik me meer zorgen over de snijdende wind. Het water valt ondertussen met bakken uit de lucht en op het laatste stuk modder omhoog richting bevoorrading is het nu al moeilijk om recht te blijven, en er moeten nog zo'n 1300 lopers na ons komen. Wat ik zie bij aankomst in de tent zie heb ik zelden gezien. Mensen kruipen over elkaar heen terwijl ze proberen alle kleren die ze bij zich hebben aan te trekken. Iedereen is zo verkleumd en aan het beven dat het komisch wordt. Als ik iets geleerd heb van Lavaredo is het dat je vooral niet moet blijven stil staan als je zo'n kou hebt, en al helemaal niet op hoogte. Regenbroeken, handschoenen, buffs, armstukken, compressiekousen en soepkommen vliegen in het rond terwijl we ons een weg banen door de enkel-hoge plas die de vloer van de tent moet voorstellen, en zetten de afdaling snel in. Het is een zalige beloopbare afdaling en om de paar kilometer moeten we stoppen om wat kleren uit te spelen. Even snel als de onderkoeling dreigde, is ze ook weer weg. Ik loop nog steeds samen met maatje Jurgen en we lachen terwijl we het laatste kledingstuk wegsteken en weer in onze start-plunje staan. "Hopelijk heb ik die kleren niet meer nodig vandaag..." Een paar uur later vinden we onszelf echter weer met de rugzak open. Bij het boven komen aan Passeur de Prolagnan rond kilometer 60 staat er ineens een file. De pas is op zo'n 2600 meter hoogte, het is 2 uur s'nachts en we hebben er net een klim van een paar uur opzitten. Al bibberend en vloekend trachten we weer alles aan te trekken, tot het zilveren reddingsdeken toe. Er blijkt iets te zijn gebeurd, een loper gevallen, geen probleem, de heli komt en binnen 20 minuten kunnen jullie verder. De 20 minuten werd echter een uur, en een uur werd een uur en half en meer. Achteraf zal de wedstrijdorganisatie in een statement zeggen dat iedereen voor het ongeval nog in wedstrijd bleef en iedereen die achter het ongeval zat uit de wedstrijd is gehaald, dat klopt echter niet helemaal. Na wat een eeuwigheid leek en na duidelijk heel wat wikken en wegen en verschillende strategieën afwegen laten ze ons 1 per 1 terug door. Het betreffende stuk is gekend als gevaarlijk, maar door de regen van de voorbije uren en de nachtvorst aan de grond is het nog exponentieel gevaarlijker dan het hier al was. Het is maar moeilijk recht blijven, zelfs met behulp van het touw en de verlichting die hier elk jaar standaard bijgeplaatst wordt. Achteraf zal ik horen dat ze het grote deel van de deelnemers toch hebben terug gestuurd boven, wellicht toen er vernomen werd dat het betreurde slachtoffer van de val overleden was. Ik zal echter pas veel later horen hoe ernstig het ongeval was en ben me buiten de serieuze vertraging die we opliepen van geen kwaad bewust. De zon staat alweer stevig aan de hemel wanneer ik een cafeïnerijk ontbijt naar binnen werk in Beaufort rond kilometer 90. Ik had voor deze wedstrijd 2 doelen: 1. Voor mezelf bewijzen dat ik zo'n lange wedstrijd aankan. Deze wedstrijd zal een dikke 30 uur duren, mijn langste tot nu toe was zo'n 10u minder. Als ik ooit de UTMB wil uitdoen (het koniginnenummer in Chamonix deze week met 170 km, 10000m D+) moet ik dit toch eerst onder de knie krijgen. 2. Mijn voedingsplan voor zo'n lange wedstrijden op punt stellen. Ik heb na mijn krampen-fiasco een paar weken geleden in de Pyreneeën, op aanraden van Jogclubber Seppe Odeyn, bij Jolien Lewyllie van Wolf performance langs geweest om wat dingen af te toetsen en wilde uiteraard een heel aantal dingen in de praktijk uit testen. Deze motivatie zou snel op de proef worden gesteld als Jurgen rond kilometer 120 heel onverwacht aangeeft dat hij stopt. Zijn voeten vallen in flarden uit elkaar en lopen is noch omhoog, noch omlaag nog mogelijk. Waarschijnlijk een jammerlijk gevolg van de regenbui en de plassen van vele uren geleden. Ik baal voor hem en twijfel even wat ik zal doen. T'is nog maar 30 kilometer, maar zeker de komende 20 zullen nog de meest steile en technische kilometers van de hele wedstrijd worden. Ik denk aan alle lopers die al eerder met onderkoeling zijn uitgestapt, alle anderen die verplicht zijn moeten uitstappen vandaag... zij zouden wellicht geld geven om in mijn zompige schoenen te staan. Ook de begeleiders die vandaag weer uitzonderlijk werk geleverd hebben geven geen krimp, dus ik adem een keer diep in en maak me uit de voeten... Het laatste stuk is inderdaad nog zwaar, met Col de Tricot als letterlijk en figuurlijk hoogtepunt. Met 620 hoogtemeters op 1,5 kilometer zig-zag ik tergend traag naar boven. Ook wat er op het kaartje als een uitloper uitzag is nog een geklauter van jewelste, maar eens de laatste bevoorrading in zicht komt weet ik dat finishen nog een formaliteit is. Mijn voeten ervaren ondertussen de schade van de eerdere regen en de vele kilometers en ik voel van alles bewegen in mijn schoenen wat niet hoort te bewegen, Ik parkeer deze ongemakkelijkheden samen met de ondertussen toch wel onnoemelijke vermoeidheid bij 'zorgen voor later' en loop door, richting Chamonix, richting finish. De laatste kilometers door de straten van Chamonix tracht ik op aangeven van Tom De Beukelaer, die vrijdag de UTMB loopt, nog iets wat op een looppas lijkt te fabriceren. Het is ondertussen alweer laat op de avond maar toch staan er heel wat mensen me aan de meet op te wachten. Het doet deugd bekende gezichten te zien en het feit dat deze ogenschijnlijk solitaire sport wel degelijk een regelrechte teamsport is wordt vandaag weer maar eens onderschreven.
Een TDS finish dus, die bevestigt dat een degelijke prestatie op de UTMB volgend jaar misschien wel kan, dat de juiste training in combinatie met een solide voedingsplan ook na vele jaren in de sport nog een verschil kan maken, maar vooral, een finish, voor iedereen die vandaag niet kon finishen. "Na een stuk of 10 van die ultra's in de bergen heb ik eindelijk door hoe je zoiets aanpakt." Dat had mijn eerste zin hier moeten zijn. Na 40 kilometer was ik daar ook nog steeds van overtuigd. We hadden er net een pracht van een klim op zitten door de wonderschone Val de Toran, een slordige 1500 meter omhoog richting de oude ijzermijnen, hoog in de Pyreneeën. Ik was naar mijn gevoel erg rustig vertrokken, ik zat ruimschoots voor op de beoogde finishtijd van 18u en de benen voelden alsof ze nog alles aan konden. Amper 10 kilometer later zou het tij al helemaal gekeerd zijn helaas. Tijdens de lange afdaling van het voorlopige hoogste punt van de wedstrijd, langs ski-oord Beret waar de drop-bag stond en helemaal naar beneden naar het mentale middelpunt van de wedstrijd in Salardù, voel ik krampen opkomen in de kuiten. Vreemd. Een paar jaar geleden ook wel eens voorgehad door beginnersfouten die ik nu toch absoluut niet gemaakt had. Magnesium, zouten, isotone sportdrank, ik had het allemaal flink naar binnen gewerkt, maar op één of andere manier lijken die stofjes niet aan te komen waar ze moeten aankomen. De enige oplossing om die krampen weg te krijgen is vertragen, eten, drinken en wachten tot ze voorbij gaan. Dat wachten duurt echter lang, heel lang. De start was inderdaad anders dan gangbaar bij dit soort wedstrijden vrij laat op de ochtend geweest. Het was al snel heel erg warm waardoor ik misschien mijn benodigde vochtinname onderschat had? Tergend langzaam schuifel ik verder het parcours af, maar bij elke stap is het opletten dat ik niet compleet verkramp. Zelfs als ik geeuw schiet mijn kaak in kramp, amai wat is hier aan de hand..."aah, bekend volk" hoor ik boven mij. Het was trail-maatje Jurgen die met hetzelfde probleem tegen de grond lag...'mijn kuit, mijn kuit!'...ja, de mijne ook. Het tweede deel van het parcours is zowaar nog mooier dan het eerste. We passeren prachtige meren en indrukwekkende watervallen. De ogen genieten maar de benen worden niet ontzien. Ze sturen ons over rotsblokken als botsauto's, langs ruwe geitenpaden naar beneden en langs een rauwe steenlawine weer omhoog. Er zijn stukken tussen bevoorradingen van 3 à 4 uur die zo afgelegen zijn dat zelfs uitstappen, wat veel deelnemers zullen doen op deze sectie, moeilijk maakt. Ik snap waarom elke deelnemer verplicht een verzekering voor redding uit de bergen moest afsluiten voor deze eerste versie van de wedstrijd. Ik ben zelf dankbaar dat ik deze stukken nog in de schemering kan doen, want dat zal voor het grootste deel van het deelnemersveld ik het donker zijn. 'Krampen man!' Ik kijk achter me en zie mijn 2de reisgezel Tom met pijnlijke grimas een paar rotsblokken onder mij. Jij ook al, dit kan geen toeval meer zijn. Wat ben ik blij dat ik Tom tegen kom. We zeuren wat tegen elkaar maar gaan ondertussen wel verder. Tussen de lijnen begrijpen we dat we dit beiden gaan uit doen, hoe traag ook, en dat brengt enigszins rust in mijn hoofd. Het is ondertussen ook donker aan het worden, en kouder, wat deugd doet. Mijn oorspronkelijke doel van 18u, waarop ik een goeie 3 uur marge had zowat halverwege, glipt langzaam van de radar, maar ik kan er weinig aan doen. We nemen bij elke bevoorrading ruim de tijd om te recupereren alvorens de volgende sectie aan te pakken en komen zo toch in de straten van Vielha terecht waar de aankomst op ons wacht.
Tijdens mijn diepste punt op deze wedstrijd was ik overtuigd dat ik mijn inschrijving voor de TDS eind augustus ging annuleren...'dat is nog 35 kilometer verder en 3000 hoogtemeters meer, dat is niet te doen, toch niet op deze manier'. Ik ben er inderdaad nog steeds niet helemaal van overtuigd dat dit soort wedstrijden eigenlijk wel iets voor mij zijn...maar als ik dan wereldtopper François D'Haene hoor zeggen: 'I'm never confident before an ultra trail' in zijn pré Hardrock interview, dan begrijp ik wel wat hij bedoelt. Wanneer ik samen met Tom over de finish loop, dan geloof ik dat we elkaar ook begrijpen...tussen de lijnen. Afspraak in Chamonix eind augustus, hopelijk heb ik mijn eerste zin voor dat verslag al geschreven. Drie en een half jaar, 5 pogingenMidden 2017 begon ik te trainen voor mijn eerste sub2u40 marathon poging, er volgden nog pogingen: - Eindhoven 2017: 2u44. Op schema tot km 32 maar dan nog 4 minuten verloren in de laatste 10 km. - Rotterdam 2018: DNS, geblesseerd in de aanloop. - Great Breweries 2018: 35°C en het parkoers onderschat - halfweg gekraakt. - Rotterdam 2019: crash and burn op kilometer 39. -.... De imperfecte, perfecte voorbereidingHoewel de meeste trainingsplannen ergens tussen 12 tot 16 weken specifieke voorbereiding voorzien, kon ik na een marathon trainingsblok van 3 weken mijn 3 jaar oude PR met bijna 8 minuten verbeteren naar 2u36m30s. Bijna niet te geloven, onmogelijk... en dat is het ook...want het echte verhaal is zoals vaak genuanceerder: April-mei-juni: de basis Alle wedstrijden die nog op het programma staan, waaronder Val'Aran waarvoor ik de bui al voelde hangen in mijn vorige blogpost, zijn afgelast. Zoals de meeste duursporters val ik terug op het onderhouden en verbreden van de basisconditie. Over deze periode loop ik gemiddeld zo'n 120km per week. Dat is niet overdreven veel voor mij, maar ik doe het wel heel consistent en 3 maanden aan een stuk....voorlopig zonder echt concreet doel of bedoeling. Ik loop een PR op 50 km tijdens een training. Die staat met 3u56 niet bijzonder scherp, maar het bevestigt wel dat de basisconditie goed zit. 5km PR: een idee Ergens midden mei loop ik tijdens een doordeweekse interval training 9m45 op 3000m en bedenk dat, als ik dat tempo nog 2 km had volgehouden, ik mijn PR op de 5km zou breken. Het begin van een mini-queeste. Mijn 5km PR op dat moment liep ik tijdens de eerste kilometers van de Corrida in 2019, een wedstrijd van 12km. Hoe moeilijk kan het zijn om dat efkes te verbeteren? Eind juli plannen we met een paar bevriende lopers een 5000m op de piste. Ik train wel verder op snelheid maar blijf wat steken op mijn basissnelheid en ben qua volume minder consistent dan in het voorjaar. De 5000m test strandt op een teleurstellende 16m30 ( 8 sec boven mijn PR) en ik besef dat ik dit misschien toch lichtjes onderschat heb... 5km PR: serieus dan maar Bon, serieuzer aanpakken dus. Snelheid moet omhoog, lichaamsgewicht idealiter omlaag. Op de wekelijkse intervallen bij DCLA met de Brokkenlopers schakel ik een versnelling hoger en neem me voor om als basis alles aan de doel 5 km snelheid te lopen: 3m10/km. Als we het dan toch fatsoenlijk aanpakken proberen we maar ineens onder die 16 minuten te duiken. We plannen op DCLA een nieuwe 5000m test in september, we hebben een deadline. Ik experimenteer ondertussen met intermitterend vasten en met nuchtere lopen in pure vetverbranding. Aangenaam is dat niet altijd, vraag maar aan mijn gezin, maar het werkt wel en hoewel ik al niet veel op overschot had speel ik op een maand toch gestaag een kilo of 3-4 kwijt. Het effect hiervan is duidelijk te merken, het gaat allemaal wat vlotter en ik begin stilaan te geloven dat dit mits een goeie dag toch echt zou moeten kunnen lukken. En lukken doet het deze keer inderdaad, met behulp van een bende jonge tempomakers en in het kielzog van een hele sterke Arno (15m49!) klik ik af op 15m54. Nooit voor mogelijk gehouden. En nu? Goeie vraag, je gaat toch geen maanden minutieuze voorbereiding alleen gebruiken voor een testje van een kwartier op de piste? Gelukkig is daar Brokkenloper Davy met het fantastische idee zelf maar een marathon te organiseren aangezien ondertussen ook zowat alle wedstrijden die in het najaar gepland zijn niet meer doorgaan. Wanneer net? Binnen 3 Weken? Ik doe wel mee! Eerst dacht ik Davy enkel de eerste helft te pacen maar ik merk dat ik per ongeluk in topvorm lijk te zitten, dus ik ben het mezelf verschuldigd een behoorlijke poging te doen. 3 weken dus, bestaande uit: 3 duurlopen, 6 snelheidstrainingen, 350km en elke kcal voeding bijhouden. De laatste dagen voor de wedstrijd stapel ik meer koolhydraten dan ik ooit voor mogelijk hield (na drie keer tegen de muur lopen, zie vorige pogingen, leer je het wel). Ik sta scherp en het beoogde marathon tempo voelde nog nooit zo makkelijk op training. Ik weeg de avond voor de wedstrijd het poeder voor mijn flessen af: 90 gram koolhydraten per uur zou zowel de muur als de man met grote of kleine hamer op afstand moeten houden. De wedstrijd dan...Klokslag 9u30 staan Davy en ik klaar voor het, corona-gewijze, virtuele startschot van de Great Bruges marathon die we langs de Leuvense vaart zullen afwerken. De eerste kilometers is het wat zoeken naar het tempo, maar eens we dat gevonden hebben loopt het allemaal heel vlot. Ik hou mijn hartslag in de gaten, die ligt zowat tien slagen lager dan bij mijn andere pogingen, hoewel de begeleiders (dank u Jeroen en Jurgen!) elke kilometer bevestigen dat we inderdaad onder het beoogde tempo lopen. '3m45!'...'3m41!...'3m46!'... ik volg het eerste uur mijn voedingsplan perfect...om de 20 minuten moet de drinkbus leeg zijn. Rond kilometer 20 voel ik echter lichte steken opkomen en wacht wat af met drinken...Na een paar kilometer probeer ik voorzichtig een gel en die zorgt gelukkig voor geen verdere problemen. Oef, maar niet te overmoedig worden want het is een foute beslissing op deze momenten die je uit de wedstrijd kunnen halen. Naast de perfecte temperatuur (10°), het biljartvlakke parkoers (70 hoogtemeters) en de afwezigheid van enige wind, is een ongelofelijk voordeel van deze set-up dat je inderdaad kan drinken wanneer het je uitkomt en niet wanneer er toevallig een drankstand van de organisatie staat. Ik trek hier zeker wat lessen uit voor de toekomst. Ondertussen stoomt ons treintje verder en hoewel het tempo nog steeds makkelijk voelt, herinneren een paar kleine spiertjes met wat kleine verkrampingen me er aan dat ik nog niet té hard van stapel moet lopen. Ik houd me nog wat in en werk verder mijn voedingsplan af. Nadat we kilometer 35 passeren, waar een laatste haarspeldbocht ons in de laatste rechte lijn naar de finish brengt, laat ik de twijfels varen en geef gas, dit mag niet meer mislukken. De laatste kilometers worden de snelste van de wedstrijd en ik klok af op 2u36m30s. Ver onder het doel en nog verder boven de verwachtingen...achteraf gezien was wat ik dacht een gebrekkige voorbereiding te zijn, toch zo imperfect nog niet. En nu?
Goeie vraag, want frieten eten en Duvel drinken, met of zonder bubbels, gaat verbazend genoeg snel vervelen. Wedstrijden zijn er niet, maar aan goeie en slechte ideeën geen gebrek: ik zou wel eens willen weten waarom dat Everesten zo populair is bijvoorbeeld...en die GR Hageland route loopt hier zo verleidelijk rond mijn huis, we gingen ook nog eens naar zee en terug fietsen...en ik heb dit jaar mijn 10km en halve marathon PR nog niet verbroken... en... Disclaimer: mijn afreis voor deze wedstrijd vond plaats net voor de corona-crisis zich in Europa doorzette. Als mijn reis enkele dagen later geweest was had ik absoluut niet meer vertrokken en had de wedstrijd wellicht ook terecht afgelast geweest. Ik wil in geen geval persoonlijke avontuurtjes promoten ten nadele van het gemene goed. ------------------------------------------------------- Korte samenvatting van het sportieve najaar :
Het relatieve kortere en snellere werk dus. In ander loopnieuws: niet geselecteerd voor UTMB2020. Door een, alweer, nieuw puntensysteem waarbij je niet alleen kwalificatiepunten moet verzamelen maar ook zogenaamde loopstenen (‘running stones’), wordt het vanaf volgend jaar echter mogelijk je rechtstreeks te plaatsen voor UTMB. Gezien mijn DNF daar in 2018 ben ik nog steeds belust op revanche. Zo ontstond HET plan. Met drie hoofdletters inderdaad, maar slechts 2 stappen: Stap 1: Transgrancanaria Classic finishen (128 km) Stap 2: in juli Val d’Aran CDH finishen (101 km) = rechtstreekse kwalificatie voor UTMB 2021. Stap 1 dus vandaag, prioriteit is uitlopen (zie HET plan). Focus ligt op voldoende eten, hartslag onder controle houden en zonder risico op blessures uitlopen. Deze wedstrijd is lopen van het strand in Las Palmas naar de andere kant van het eiland: het strand van Maspalomas. Start om 23u en op de tonen van een Spaans mannenkoor de nacht in. Hopelijk voor het een 2e keer donker wordt finishen. Die eerste nacht is lang, vochtig, winderig, rotsig en bij momenten eigenlijk te fris om niks bij aan te trekken, maar we malen door. Samen met Jurgen waarmee ik HET plan heb aangevat. Bergop houd ik mijn hartslag in de gaten, bergaf laat ik het los bollen en eet zoveel mijn maag kan verdragen. Wanneer het licht wordt zijn we een goeie 8 uur aan het lopen en de zon doet immens veel deugd. Mijn tunnelvisie ontplooit zich langzaam maar zeker tot een prachtig ruw landschap. Je waant je werkelijk soms op een andere planeet of op zijn minst op de set van een spaghetti western. Over Italiaanse kost gesproken, de rotsige ondergrond fungeert al snel als een pizzasteen wat de frisse nacht snel doet vergeten. Factor 50 in de aanslag en bij elke bevoorrading de drinkbussen vol. Toch al snel enkele kilo's extra. In de klim naar Roque Noblu, het hoogste punt van de tocht, beginnen de benen dan ook stilaan te protesteren. Tegen de tijd dat we bij de dropbag op kilometer 85 zijn is het inderdaad tijd om even te pauzeren en wat pasta naar binnen te werken. Het is een interessante oefening met Jurgen. Hij neemt doorgaans wat meer tijd bij de bevoorradingen, om dan vervolgens frisser te zitten nadat de reserves weer zijn aangevuld. Ik oefen dus mijn geduld een beetje en eet en drink zelf meer dan dat ik anders zou doen. Vervolgens sta ik wat ongeduldig te trappelen om hem op niet zo subtiele wijze tot vertrek aan te zetten. Win-win. Ook in de daaropvolgende afdaling is het een evenwicht zoeken tussen zorgen dat we nog wat over hebben voor de finish en het allemaal nu ook weer niet te lang te laten duren. Er volgen nog enkele lastige technische stukken die er op het profiel vrij makkelijk uitzien maar in de praktijk best lastig en traag blijken te zijn, maar over het algemeen ben ik zeer tevreden over het gevoel. Ik kan nog altijd lopen, de energie zit goed en we halen continue mensen in, ook van de kortere afstanden die zich inmiddels op het parcours bevinden. We zijn nu de 100 kilometer gepasseerd en besluiten van samen te finishen. Later zou blijken dat de uiteindelijke winnaars bij de mannen Pau Capell en Pablo Villa enkele uren eerder op hetzelfde punt dezelfde beslissing namen. De laatste kilometers lijken zoals altijd oneindig en overbodig, maar gedeeld leed is... mja, geen half leed zo blijkt, maar toch iets minder leed. Over de finish kan ik kort zijn, want onderstaand beeld zegt zowat alles: - Samen met Jurgen Transgrancanaria gefinished - Om 19u27, dus 20u27 gelopen. - Blij dat we er waren, high five! - T'was toch al donker, dus iets later dan gehoopt (zie ook de overbodige zonnebril op mijn hoofd) - Benen vol stof - Stokken nog niet opgeplooid hoewel we al kilometers geen klim meer hadden gehad. - Smile tot achter de oren Op naar stap 2 van HET plan, al zal dat mogelijk niet in juli zijn (zie disclaimer). 120 kilometer in de Vogezen met een kleine 6000 hoogtemeters. Goed voor de 5 punten die ik nog nodig heb om volgend jaar een kans te maken op revanche op de UTMB, volle gaas naar de Vosges dus! 0-58km Om 6u vertrokken voor wat aangekondigd werd als een warme dag. Gecontroleerd het eerste deel van het parcours afwerken dus. Het zijn hier mooi beloopbare stukken tussen de hellingen, maar die hellingen zelf zijn toch wel erg stevig moet ik toegeven. De bergen reiken hier misschien niet zo hoog als in de Alpen of de Pyreneeën, maar zachtaardig zijn ze allerminst. Klauteren op handen en voeten om boven te geraken is hier gewoon zo blijkt. Na zo'n 7 uur gezellig gezwoeg zijn we in l'Ermitage Frère Joseph waar mijn eerste dropbag op me wacht. Het is inmiddels pal op de middag en de hitte, het kwik flirt met 30°C, begint me stilaan toch een beetje parten te spelen. Ik houd mijn hoofd onder de kraan en speel wat zouttabletten binnen. 58-80 Wat volgt is een eerste mokerslag. Een skipiste, in volle zon. T'is maar een paar honderd meter omhoog maar het is voetje voor voetje naar boven schuifelen. Ook de rest van de namiddag is er weinig verkoeling te vinden. Ik voel me ondanks wat verval nog redelijk goed en ik blijf in staat goed te drinken onderweg. Tegen de tijd dat ik de bevoorrading rond kilometer 80 bereik, krijg ik stilaan echter mijn eigen sportdrank niet meer binnen... overschakelen op de perziken ice-t van de bevoorrading dan maar...maar mijn maag vindt dat toch allemaal niet meer zo peachy. 80-110 Een zogenaamde 'rough patch'. Het zwaarste stuk van de wedstrijd voor mij. De hitte is enigszins afgezwakt maar de kilometers en het gebrek aan degelijke calorieën de laatste uren brengen me in een spiraal van zelfmedelijden. Voornamelijk in de afdalingen heb ik het zwaar, de bovenbenen absorberen de schokken nog amper en van lopen is er nauwelijks nog sprake. Het dieptepunt is bij de bevoorrading op kilometer 96 waar ik even ga zitten en niet onmiddellijk goeie redenen kan verzinnen om weer recht te staan. Even lijken alle achtergrond panelen weg te vallen en zit ik alleen op een stoel, in het midden van een soort stenen woestijn, op een onoverbrugbare 24 kilometer van verlossing... 'toch een mini-crisiske' hoor ik mezelf luidop zeggen... even resetten. Kop weer onder de kraan, maar dan omhoog, soep binnen en buiten voor ik me bedenk.
110-finish Tot mijn eigen verbazing heb ik het gevoel er langzame kilometer na langzame kilometer toch weer boven op te komen. Ik ben dan ook al enkele uren relatieve rust aan't houden. Tegen dat we op 10 kilometer van de finish zijn krijg ik terug energie en de benen voelen, alleszins tijdelijk, hersteld. Ik kan terug lopen, bergop, vlak, zelfs bergaf. Je zou zowaar kunnen spreken van een bescheiden verrijzenis. Herrezen en na een goeie 18u30m bereik ik de verlaten finish. Het is inmiddels weer middernacht voorbij dus van veel sfeer is er niet echt sprake. Ik had graag een uur of 2 sneller geweest, maar de punten zijn binnen. Het is ook de eerste keer dat ik terug echt in het spreekwoordelijke licht kom na een zwaar en donker stuk... op andere wedstrijden was het meestal echt vechten tot de finish, hier kon ik echt nog wel genieten van die laatste 10 kilometer. Tevreden kruip ik voor een paar uur in mijn tent, met zere spieren en een knoop in de maag; met stof in de neus en modder op de knieën, maar met een smile tot achter mijn oren. Na een fatsoenlijk trainingsblok van 7 weken een eerste keer testen hoe het met de conditie gesteld is. Dat is het hoofddoel dat ik me stel voor deze knappe trail van 70km en zo'n slordige 3000 hoogtemeters rond en door de Ourthe met start in La Roche-En-Ardenne. Dit een doorgedreven training noemen zou liegen zijn, maar ik ben toch zeker niet van plan een blessure te riskeren op weg naar de Infernal Vosges 120 in september, mijn but principal deze zomer. Lopen ergens tussen orde en chaos, comfort en uitdaging dus. Tot aan de eerste bevoorrading op kilometer 21 is het vooral orde, ook al worden er meteen een aantal pittige klimmetjes genomen. Ik betrap mezelf tijdens een spekgladde passage langs de Ourthe op de gedachte "als alles zo blijft lopen ben ik content". Een gedachte die je meestal hebt vlak voor er iets of iemand faliekant mis loopt. De kans dat alles volgens plan verloopt wordt exponentieel kleiner naarmate de duur van de wedstrijd groter wordt. Een betere gedachte voor het langere werk is dus "eender wat er gebeurd, ik laat me er niet door uit mijn lood slaan". Terwijl ik mijn gedachten tracht om te buigen tijdens een woelige waterpassage hoor ik KRAK. Een stuk van mijn linker pole steekt in de oever van de Ourthe en het andere stuk heb ik vast. Meteen de daad bij het woord voeren dus, de gebroken stok in de rugzak maar uit het hoofd en doorlopen. Vanaf de bevoorrading op kilometer 39 steek ik een tandje bij en ga wat dieper op de volgende beklimmingen. Ik loop ondertussen in 3e positie en de nummer 2 zit niet ver. Tegen het einde van elke klim begint er nu toch wel sprake te zijn van wat onaangenaamheid en af en toe gaat er een klein alarmbelletje af in spier of pees. Ik reken er echter op dat wanneer ik eventjes gas terug neem, ik kan herstellen en zo kan blijven lopen tot de finish. Een recente verandering van job, 2 jonge kinderen en iets wat voor een sociaal leven moet doorgaan maakt trainen niet altijd even makkelijk en al helemaal niet voorspelbaar. Vaak trainingen heel laat of vroeg afwerken, sessies verplaatsen, aanpassen of helemaal cancellen. Het doet deugd deze wedstrijd te voelen dat het met de nodige creativiteit en tolerantie voor onvoorspelbaarheid toch wel kan. Hoewel de 2e plaats stilaan uitloopt voel ik me op kilometer 55 nog heel erg goed en kan ook de laatste hellingen, waaronder de knoert die de muur van Maboge is, relatief vlot nemen. Ik kijk de laatste paar kilometers af en toe eens om en zie ook dat de podiumplaats niet bedreigd wordt. Gecontroleerd uitlopen dus in 7u45m. Heel tevreden met de wedstrijd dus en een leuke opsteker richting de Infernal 120 waarvoor ik nog enkele goeie trainingsweken zal trachten af te werken. Als alles zo blijft lopen ben ik in ieder geval content... tussen orde en chaos. Mijn gezicht tintelt, ik steek mijn armen in de lucht en voel het bloed terug naar mijn hoofd stromen. Ik voel me euforisch en kan niet stoppen met glimlachen. Precies hoe ik me mijn finish van de Rotterdam marathon gedurende al die weken training had ingebeeld… … alleen, ik ben nog niet aan de finish, maar aan het 40 kilometer punt. Ik weet niet precies meer wat er de laatste paar kilometer net gebeurd is. Achteraf zal ik zien dat ik vanaf kilometer 35 serieus vertraagd ben om uiteindelijk tot een complete stilstand te komen. Ik herinner me echter niks van die laatste kilometers. Ik klamp een aantal mensen aan met de vraag of ze iets om te drinken bij zich hebben. Een paar gulzige teugen van de drinkbus van een wielertoerist brengen me enigszins terug bij bewustzijn. De medewerkster die intussen bij mij staat wil me liever niet terug laten vertrekken. Ze houdt met 1 oog mijn hartslag in de gaten die maar zeer traag van tempoloop niveau naar duurloop niveau zakt, beide uitermate hoog voor iemand die stil staat. Ik kan het gevoel niet beter omschrijven dat een goed stuk in je kraag hebben. Ik voel me verassend zelfzeker voor iemand die net een serieuze pandoering heeft gekregen. Ik praat honderduit met de toeschouwers en schud de, in mijn hoofd althans, beste moppen ooit uit mijn mouwloze shirt …’die banaan zien we straks nog terug... HAHAHA!’. Terwijl de eindmeet tergend traag dichterbij kruipt slaat dat euforisch gevoel echter om in paniek. Echt gezond voelt dit toch niet. Ik haal me beelden voor de geest van finishers die met de brancard worden afgevoerd vlak voorbij de eindmeet. Ik zie mezelf als ludiek item in sportweekend vanavond ‘niet iedereen had zo’n goeie dag als Koen Naert, kijk maar eens naar deze mindere God dames en heren…’. Blijven ademen, blijven doorstappen. Ik weet niet precies waarom ik die laatste 2 kilometer nog uitgewandeld heb. Misschien omdat ik liefst weer geen ‘Did Not Finish’ achter mijn naam wilde. De hele reden dat ik me in deze penibele situatie bevind is omdat ik niet wilde vertragen toen ik na 20 kilometer al wel voelde dat het veel warmer was dan voorspeld. Ik kwam hier om onder de 2u40 te lopen, trager was geen optie. "You never walk alone" zong Lee Towers aan de start, maar ik had me het toch iets minder letterlijk ingebeeld. Wie dom is moet hard zijn...en wie hard gokt kan blijkbaar nog harder verliezen. Ik heb echter wel het gevoel ervoor gevochten te hebben, want veel dieper had ik in ieder geval niet kunnen gaan. Een persoonlijk record op de halve marathon en de 30 kilometer zijn de kleine zoethoudertjes van dit trainingsblok waarmee ik me voorlopig tevreden moet stellen. Genoeg taart dus, maar voorlopig nog zonder cherry on top.
|
Author(ultra-)lopende-gitaar-spelende vegetariër Archives
April 2023
Categories |