"DIE DIE DIE DIE!" "Euh...scusi?" Ik kan me de laatste keer dat ik het zo koud had niet meer herinneren. Met verkleumde handen tracht ik een handschoen uit mijn rugzak te frunniken. Ik had gisteren thans nog beweerd dat al dat verplicht materiaal toch maar quatsch is... "nog nooit niks van nodig gehad!". Nu heb ik alles aan wat ik bij heb, onderlaag, tussenlaag, jas, muts, buff rond mijn nek, handschoenen, ... We zijn net uit de bevoorrading aan Tre Cime de Lavaredo, waarnaar deze trail genoemd is, gevlucht omdat ik de ogen van de rode kruis medewerkster in mijn rug voelde priemen. Mijn soep bleef door mijn gebeef met moeite in zijn kom en mijn tanden zenden een S.O.S. uit in morse. Weg hier, voor ze mij hier aan de kant houden....snel afdalen, weg van die kou en wind die de gevoelstemperatuur naar -15° jagen. Tre Cime de Lavaredo bij zonsopgang, Che bello! Abnormaal Arctisch is het hier. De eerste 50 km van deze tocht bleven we onder de boomgrens en zelfs met een start om 23u was het de rest van de nacht aangenaam lopen geweest. Op en neer langs brandwegen en smalle single-tracks in het bos, met loopmaatje Tom op gevoel. Alleen het geluid van onze voetstappen en ademhaling. Niet te zwaar, want het is nog ver tot we weer in Cortina zijn, waar we deze epische tocht door de Dolomieten zijn begonnen. Niet 'DIE', zoals ik eerst begreep, maar 'DAI DAI DAI DAI!' roepen de supporters, die talrijk aanwezig zijn langs het lange parkoer. 'DAI', een onvertaalbare Italiaanse uitdrukking die zowel poëtisch 'ik geef je een duw in de rug' betekent, als een expressie is van ongeloof, 'echt of wat?'. De afdaling van Tre Cime gaat vlot en op het vals plat stuk richting Cibanche is het uitkijken naar mijn drop-bag die daar wacht. Verse, warme kleren, nog een kom bouillon, ik tracht lessen te trekken uit het verleden en neem even mijn tijd bij deze bevoorrading. Ik voel quasi onmiddellijk dat dit werkt. In de volgende klim richting kilometer 75 voel ik me sterk en ook de afdaling neem ik vlot. Ik laat Tom, die zijn 100 kilometer wedstrijd van 2 weken geleden begrijpelijk nog in de benen voelt, achter mij en begin aan de langste klim van de dag. Het is zoals verwacht erg lastig en technisch. Grote rotsblokken, waterpassages, stukken over sneeuw en recente rotslawines, we gaan ondertussen ook weer richting 2500m. Gelukkig is de zon ondertussen beginnen schijnen, maar ik houd toch voor quasi de rest van de dag 2 lagen aan. De kou van deze ochtend lijk ik maar niet uit de kleren te krijgen... Bovendien blijven we de komende 20km rond de 2500m dwarrelen wat de zuurstofopname niet bepaald ten goede komt. Er zitten enkele lastige en steile stukken in die piepend en aan 3km/u moeten worden overwonnen. Aan dat tempo verlies je al snel een uur of 2 op je vooropgestelde doel, maar niks aan te doen. Ik wist dankzij onze verkenning eerder deze week dat het venijn van deze trail in de staart zat, maar het is hier toch nog lastiger dan verwacht. Ook figuurlijk is het hier gelukkig adembenemend, onwaarschijnlijk, alsof je door een schilderij loopt. Het andere goede nieuws is dat ik nog steeds de afdalingen kan lopen, nog steeds energie heb en eigenlijk nergens last heb in de benen. Opgeven, wat zo'n 25% van de starters hier helaas zal moeten doen, komt dan ook geen enkele keer serieus in me op. Na nog een paar bevoorradingen en een slordige 105 kilometer mogen we aan de laatste afdaling richting Cortina beginnen. Aan een hoog tempo wordt die, mede door sommige steile stukken, niet meer genomen maar ik doe nog iets wat op lopen lijkt en dat is momenteel genoeg. "Je moet niet snel lopen, maar blijf wel lopen" herhaal ik ad infinitum als mantra. Cortina was al lang in zicht, maar het lijkt uren te duren voor ik eindelijk de Corsa Italia op mag lopen. Ik bedenk me onder een koor van 'DAI, DAI, DAI's' en high-fives hoeveel échte, concrete dagen ik me binnen 50 jaar nog ga herinneren. Dat zijn er zeker niet oneindig veel, maar deze dag is er wel met zekerheid eentje van. In de laatste rechte lijn neem ik me voor zoveel mogelijk van deze dagen te verzamelen, of er nu gelopen wordt of niet. Over de meet en basta. 17u48, goed voor een 97e plaats op zo'n 1700 deelnemers. Ik zet me op een trapje en laat even alle emoties uit me vloeien, lachen met tranen, bleiten met een grijns. Niet zeker waarom want ik ben tevreden, met de uitvoering van mijn wedstrijd, over het feit dat ik heelhuids aan de finish ben, over de fantastische vrienden die ik hier ook weer dit weekend gemaakt heb, over...
Topdag, maar onvertaalbaar... "DAI DAI DAI!"
4 Comments
Mijn goede voornemens om dit jaar iets minder hard te trainen en bij voorkeur de vorm te laten renderen op wedstrijden leidt me richting de Louis Persoons Memorial dit weekend. Een mooie en gemoedelijke wedstrijd ter ere van de veel te vroeg overleden Genkse afstandsloper in het knappe natuurpark Kattevennen. De ambigue berichtgeving of het hier vandaag 20km of een halve marathon zou zijn wordt enkele minuten voor de start opgeklaard en een luide knal verlost de nerveuze lopers op de eerste rij van hun ongeduld. Ik start bescheiden en minder zenuwachtig vanuit de tweede lijn en volg de eerste 2 kilometer langs een modderig bospad het kopgroepje. Eens we terug op het asfalt komen merk ik dat het tempo toch net iets te traag is en neem ik de kop over. Tegen de tijd dat ik na 3 kilometer terug aan de start passeer voor 2 grote rondes loop ik al helemaal alleen achter de begeleider op de fiets. Hij zal mijn enige bondgenoot worden de komende 18 kilometer. De deelnemers van de kortere wedstrijd van 12 kilometer zijn enkele minuten voor ons gestart dus ik heb, weliswaar ten onrechte, het gevoel altijd veel mensen in te halen. Onterecht, maar wél overtuigend, en hun aanmoedigingen doen deugd, al moet je wel af en toe 'how jom, zot' en 'WABLIEFF?' als een compliment durven beschouwen. Het parkoer brengt ons langs snelle verharde wandelpaden maar ook langs lastigere stukken grasland waar het op een gladde ondergrond vechten is tegen de wind. Op het einde van de eerste grote ronde scheren we nog langs de indrukwekkende Cosmodrome(™) en het observatorium. Ik zie gelukkig nog geen sterretjes en voel me bij aanvang van de laatste ronde nog redelijk fris. Tijdens de 2e passage langs de taaie open weide heb ik de kans even achterom te kijken. Ik zie niet meteen een concurrent op de loer liggen, al is dat moeilijk met zekerheid te zeggen gezien de gedubbelde deelnemers op de route. Ik probeer dus gecontroleerd uit te lopen maar hou de voet voor de zekerheid toch maar goed op de gas, geen zin om de winst de laatste kilometer nog uit handen te geven.
Het was hier zeker geen super competitieve wedstrijd, maar het is toch een fijn gevoel over de finish te lopen met wat uiteindelijk een ruime voorsprong bleek op de concurrentie. Het is uiteindelijk de eerste keer dat ik op het hoogste schavotje mag staan, na een resem 2e plaatsen vorig jaar. Wat me uiteindelijk nog gelukkiger stemt is het gevoel dat ik redelijk vlot op een niveau heb kunnen lopen dat ik op dit moment inderdaad zou moeten kunnen halen. 3 weken doortrainen en de vorm nog eens testen op Trail Des Moines, jaja, er wordt gewerkt aan die voornemens, getuige de joekel van een beker op mijn kast! 2017 attypisch afsluiten met een korte snelle wedstrijd, dat leek me wel wat. Met het oog op een voorjaarsmarathon is het vergaren van wat snelheid zeker geen overbodige luxe. Op oudjaar richting Leuven dus voor de Eindejaarscorrida! Voor het 2e jaar op rij mochten ze daar op de Bondgenotenlaan het bordje met ‘oeëtverkocht’ buiten hangen, wat over de 3 afstanden (4, 8 of de afstand die ik koos: 12km) neerkomt op een kleine 6000 sportievelingen. D'As in gien pan gecheite zouden ze in Leive zeggen. Net zoals de voorgaande 19 wordt ook deze 20e editie georganiseerd door atletiekclub DCLA. Voeg daarbij een sterke delegatie van triatlon en duatlon club TD Leuven en je hebt al meteen door dat er daar niet getaffeld zal worden aan de start. De eerste kilometer over een afgesloten Stoossestroot wordt er inderdaad meteen van jetje gegeven, al ligt dat zeker deels aan een niet te versmaden rugwind. Een uit de kluiten gewassen bries die door het kronkelige verloop van het parcours zowat van overal zal komen vandaag. Goed positie kiezen dus, wat me maar deels lukt, en slim doseren, te meer omdat de straten hier in Tobbackgrad toch niet helemaal vlak liggen. De 150 hoogtemeters zijn uiteraard niks vergeleken met de wedstrijden waarover ik hier normaal rapporteer, maar als je al tegen de rode lijn aan het lopen bent is er maar weinig helling nodig om over je toeren te gaan. Langzaam maar zeker schuif ik wel op: plaats 18, 17, 16… na de eerste ronde van 8 kilometer passeren we terug aan de start en ik voel me nog altijd sterk. Ik neem me voor tenminste tot kilometer 10 gas te blijven geven om op de valreep dit jaar mijn persoonlijk record op die afstand nog wat aan te scherpen. Plaats 16, 15, 14… voor de 2e keer over de heuveltjes in het Gillehof zoals het Stadspark ook wel eens genoemd wordt. Voor het eerst zie ik de snelheid onder de 16km/u dalen, maar dat persoonlijk record is alvast binnen, dus rest er me nog de laatste 2 kilometer op de tanden te bijten. De kuiten branden ondertussen en mijn oasem is stillaan oep, maar de aanmoedigingen van wat bekenden duwen me richting finish als ware het rugwind. Tegen de eindsprint van Simon D’Hoore zijn mijn langeafstandsbenen helaas nog niet opgewassen en ik finish uiteindelijk 13e in 40m26s netto. Een knap podium daar trouwens aan de boekerauë op het Ladeuzeplein, met Dries Basemans, Dennis Laerte en Nicolai Saké. Ik ben alvast uitermate tevreden met deze eerste test, heb een goed gevoel over de vorm en neem me voor iets meer wedstrijdritme te krijgen in mijn opbouw richting Rotterdam in april. Vorige keer in Eindhoven is onder de 2u40 duiken niet gelukt, in Rotterdam doen we nog eens een poging. Iets zegt me dat ik zelfs ambitieuzer mag zijn dan dat, maar ik zal voorlopig mo ni probeire oegeer te kakke dan me gat stoot... 15 weken zou ik vrij maken in mijn loopkalender om specifiek te trainen voor mijn allereerste stadsmarathon. 15 weken om te ontdekken hoe snel ik zou kunnen worden. Het gaf me voldoende tijd om wat fysieke aanpassingen te laten gebeuren, maar toch vooral ook mentale knoppen om te draaien. In tegenstelling tot mijn voorgaande avonturen langs berg en bos is dit soort wedstrijd natuurlijk een pak minder spectaculair. Eindeloze vergezichten en lange heuvelachtige tochten worden ingeruild voor sessies waarin er met formule 1 precisie rondetijden en hartslagen worden geregistreerd, geanalyseerd en waar nodig bijgestuurd. Bij aanvang stel ik mezelf een doel dat ik als de limiet van mijn kunnen acht: 2u45. Minder spectaculair, zeker, maar daarom niet minder interessant. Aangezien de meeste trainingen op een zo vlak en gelijkmatig mogelijke ondergrond gebeuren, kan je erg nauwkeurig meten welke progressie je week na week maakt. Trainingen die bij aanvang moeizaam verlopen doe je enkele weken later met relatief gemak. Naarmate de trainingen vorderen laat ik me dan ook verleiden tot het bijstellen van mijn origineel doel. Toen 8 oktober eindelijk om de hoek kwam piepen was mijn doel al bijgevijld naar wat op basis van de laatste trainingen theoretisch mogelijk zou moeten zijn: onder de 2u40 duiken. Vrienden noemen dit ambitie en mindere vrienden misschien overmoedigheid, maar ik wil er uit halen wat er in zit, ik ben niet van plan elk seizoen, zoals deze zomer, bijna 2000km op de macadam te spenderen. Logischerwijs veel bekend Belgisch loopvolk aan de start in Eindhoven dat ook als Belgisch kampioenschap fungeert. Vanaf de start is het inderdaad duidelijk dat er heel wat ervaring bij elkaar loopt hier. Groepjes en treintjes worden strategisch gevormd en posities worden nerveus maar nauwkeurig gekozen. De behouden start die ik me voorgenomen heb zorgt ervoor dat ik een beetje de boot mis en de eerste halve marathon, perfect op schema in 1u19m40, loop ik zo’n 200 meter achter een groepje van 15 man. Niet ideaal maar ik ben bang dat er alleen naartoe lopen me te veel moeite gaat kosten. Tegen de tijd dat ik het groepje uiteindelijk toch bijhaal rond kilometer 30 is het al uit elkaar gespat en blijft er slechts een gammele locomotief met 3 wagonnetjes over. Rond kilometer 35 moeten we me zijn vieren dan ook met enige frustratie vast stellen dat we het tempo moet laten zakken. Geen mega implosie of crash maar wel degelijk benen die bij elke stap, beetje bij beetje moeizamer van de grond lijken te komen. Rondom mij wordt er ook zwaarder en zwaarder geademd en volgen de onsierlijke geluiden elkaar sneller en sneller op. Tijd dat we er zijn. Het langzaam maar zeker verval zet zich verder in de laatste kilometers en tegen de tijd dat we weer in centrum Eindhoven zijn is het trekken en sleuren om niet dubbelgeplooid op de dranghekken mezelf te drogen te hangen. Veel bemoedigende kreten van de talrijke supporters, dat wel, maar het enige wat je lijf en leden nu eigenlijk echt willen is mogen stoppen. Ik forceer nog iets wat voor een eindsprint moet doorgaan en klok af op 2u44m09s. Mooi binnen het doel dat ik me bij aanvang van het trainingsblok gesteld had dus, maar toch een kleine teleurstelling met mijn ambitieuzer doel van sub 2u40 in gedachten. Als niet licentiehouder ben ik met mijn eerste stadsmarathon wel officieus bij de 36 beste marathonlopers op het Belgisch kampioenschap, dus ontevreden kan ik daar uiteraard niet over zijn. Ik weet echter met zekerheid dat er meer in zit mits de nodige bijsturing in de trainingen en een meer gehaaide wedstrijdtactiek. Ook het feit dat mijn zoon Eppo 10 dagen voor Eindhoven is geboren zal zeker niet voor het ideale slaappatroon hebben gezorgd, maar de tijd met hem zou ik uiteraard voor geen enkele gouden medaille willen ruilen. Kortom, tevreden dus, met een grote ‘maar…’. Ik moet me uiteraard vereenzelvigen met het feit dat progressie vanaf nu vermoedelijk niet met tientallen minuten zal gebeuren maar minuut per minuut of zelfs seconde per seconde, dus fijne afstelling gaat crucialer worden. Ik kan echter ook niet meteen aanwijzen waar het net mis liep, dus ik neem me voor volgende keer mijn oor eens te luisteren leggen bij de plaatselijke atletiekclub. Dat zou die licentie ook ineens in orde maken en dan telt mijn eventueel resultaat volgend jaar wél echt mee voor het Belgisch kampioenschap. Als ik al zo lang ga kunnen wachten om nog eens een gooi te doen… #gameface
Daags na mijn vorige 100+km wedstrijd enkele weken geleden, licht beneveld op een Madeirees terras, had ik besloten de Mozart100 mee te doen. Deels omdat ik er de 5 UTMB punten mee kon verdienen die ik nodig heb om volgend jaar te mogen deelnemen aan de loterij voor deze iconische wedstrijd, maar toch ook deels omdat de race zich afspeelt tegen het sprookjesachtige decor van de Sound of Music. Bij wijze van laatste psychologische voorbereiding bekeken we dan ook met de 4 ledige Belgische delegatie de film nog de avond voor de start. Het risico om 105km met do-re-mi op repeat in het hoofd te zitten namen we er graag bij... Do, doseren, dat is de kunst Een wedstrijd van deze omvang kan je niet winnen in de eerste helft, maar je kan het jezelf wel onnoemelijk lastig maken door te snel van start te gaan. Trachten uit de rode toerentallen te blijven en brandstof sparen is het plan. Re, start redelijk relax Relax starten dus vanop de Residenzplatz samen met companen Jurgen en Tom. Na enkele vlakke kilometers leidt de route ons het oude stadsgedeelte uit en de heuvels in. Allemaal nog steeds relatief goed beloopbare paden met geen al te technische passages. Bij momenten waan ik me zelfs op een uit de kluiten gewassen Ardense col. Dat valt hier reuze mee. Het taaiste stuk van de wedstrijd met de langste klimmen zit in het midden van het parkoer, dus ik beperkt het victorie-gekraai voorlopig en geef mijn ogen de kost. Het landschap waar we door lopen lijkt inderdaad recht uit de film van gisteren geplukt; prachtig glooiende groene weides met hier en daar een spitse heuveltop, vanwaar we een fantastisch zicht hebben op de azuurblauwe Fuchlsee in het dal. Mi, misschien toch nog minderen Op de langste klim van de dag ga ik bewust wat van het gaspedaal af. Ik flash terug naar Madeira waar ik helemaal stuk boven kwam op de hoogste Pico en ik nog een marathon te gaan had. Oppassen voor dezelfde fout dus, want we zitten nog maar halfweg. Wel op schema voor een eindtijd rond 11u30, wat een pak sneller is dan ik had verwacht. Daardoor komen de bevoorradingen sneller, val je niet zonder drank, tikken de kilometers sneller weg, spendeer je minder tijd in de zon, want die schijnt ondertussen stevig... Ik bedenk me dat de snellere lopers het eigenlijk makkelijker hebben dan diegenen achteraan in het pak... Daar lopen de echte helden. Fa, fantastisch goed gevoel Enkele taaie klimmen volgen elkaar nu op, maar door een beetje gas terug te nemen blijf ik aan de juiste kant van de lijn lopen. Ik heb ondertussen geleerd dat lopen in het algemeen, en trails in het bijzonder een soort delicate koorddans zijn. Een evenwichtsoefening, balancerend tussen rusteloosheid en uitputting. Versnel wanneer je onrustig wordt, vertraag wanneer je vermoeid raakt en vertrouw erop dat elke stap in de goede richting exact dat is, een stap in de goede richting. Sol, o, een hele tijd alleen We zijn ondertussen weer richting Salzburg gedraaid. Het parkour blijft op en neer golven, maar ik voel me nog steeds sterk en ook met het energielevel zit het snor. Ik dwing mezelf te eten, wat deze keer beter lukt dan in voorgaande wedstrijden. Ik voel het verschil in energie dan ook enorm, zeker meer tegen het einde aan. Ik heb met nog 30km te gaan ook nog steeds zin om de nieuwe delen van de route te verkennen en ik verlang nog niet te hard naar de eindmeet. Ironisch genoeg zal die meet er sneller dan ooit zijn. La, latente spierpijn In de laatste grote klim rond 90km laat ik nog 5 andere lopers achter me. Hoewel de inspanning ondertussen begint te wegen is dit toch weer een opkikker. We moeten nog een paar kilometer trappen overwinnen, maar ik voel dat mijn lichaam weet hoe dit moet. Enkele weken geleden in Madeira waren het er honderd keer meer. Mijn benen verbazen me en ik loop nog steeds relatief vlot von trapp naar trap. Si, signalen negeren
De 250m hoger gelegen burcht waar we de laatste 2km nog naartoe moeten klimmen had niet persé gehoeven van mij, maar ze ligt in de weg richting eindmeet, er op en er over dus. Stillaan begin ik nu toch tekenen te krijgen dat het welletjes is geweest, maar met de eindmeet in zicht maak ik me daar natuurlijk geen zorgen meer over. en dat brengt ons weer ... In Salzburg! Drukke winkelstraat door, zig zag, armen omhoog, krop in de keel, 12u41 gelopen, goed voor een 15e plaats op een Ultra world tour event, nicht schlecht! Zonder twijfel mijn meest succesvol uitgevoerde 100+km wedstrijd. Een slordige 6u sneller dan de CCC en 8u minder lang onderweg dan in Madeira. Het parkour hier is er eentje dat mezelf en de meesten uit het vlakke België zou moeten liggen: goed beloopbaar en snel, getuige ook de topprestaties van mijn 3 reisgenoten: Tom - 10e plaats, Jurgen - 23e plaats en Vincent winst op de 42km! Met een stroef maar content quartet weer richting België dus, Auf Wiedersehen Salzburg! Een wild beest is het, de MIUT. Een beest dat we trachten te temmen, of op zijn minst proberen we er even op te blijven zitten voor het ons van zich afschudt... De bruut zo lang mogelijk in bedwang houden is dus de boodschap. Met die gedachte start ik dan ook in Porto Moniz. De tocht snijdt dwars door Madeira, langs tropische vochtigheid, vulkanische rotsen, trappen, nog meer trappen, door onder water gelopen tunnels en verkoolde bossen, langs levadas en slingerende baaien, om tot slot af te sluiten met nog wat trappen en een finish langs het strand in Machico. De eerste hellingen doe ik dan ook erg beheerst en ik laat me niet ontmoedigen door het feit dat ik pas rond de 170e plaats langs checkpunten Fanal en Ribeira passeer. Op en neer gaat het beest en ik houd het onder controle. Doordat we om 12u s'nachts starten is het op de pieken erg fris en in de dalen erg warm en vochtig. Gelukkig ben ik hier qua garderobe goed op voorzien, er staat rond zonsopgang een vestimentaire wissel gepland en ik heb zelfs mijn stokken bij! Zie mij eens lessen trekken! Oei, oppassen met die hoogmoed, nog 75km te gaan... Ergens tussen Encumaeda en Curral das Freiras kom ik reisgenoot Vincent draaierig op een rots tegen. Krampen, duizelig... ik vraag of hij wat nodig heeft, maar hij maant me aan verder te lopen. Hij zal 4u later bij het volgende checkpoint uitstappen. Ja, zelfs opgeven duurt hier lang. Ik baal enorm in zijn plaats maar tracht de juiste state of mind te houden, want de zwaarste klim van de dag komt eraan. Ik zal de komende 2u gelukkig tijd zat hebben om de pasta, bouillon, bananen en appelsienen die ik bij de bevoorrading naar binnen speel in de klim naar Pico Ruivo om te zetten in nuttige energie... De klim die volgt is zoals verwacht enorm zwaar, maar hier was ik mentaal op voorbereid. Ik begin al luidop te fantaseren over hoe ik bij thuiskomst lyrisch ga zijn over de adembenemende uitzichten hier, en over hoe goed ik de wedstrijd wel niet ingedeeld heb! Overmoed op de MIUT, oppassen geblazen. En inderdaad, de 5 km die volgt tussen de pieken van Ruivo en Arreeiro telt wel duizend trappen. Trappen van bij momenten een halve meter hoog die er bij gevolg enorm in hakken... Zelfs met een slakkengangetje moet ik af en toe dubbel geplooid op adem komen en nu en dan begint er een beenspier te protesteren tegen al dat geweld. Mijn tong zwijgt ondertussen over mijn fantastische indeling en hangt net als mijn goede moed ter hoogte van mijn stoffige schoenen. Bij het volgende checkpoint neem ik even langer de tijd om op mijn positieven te komen. Nog een marathon te gaan, veelal bergaf, wat na bijna 14u wedstrijd zeker geen cadeau is. De eindtijd van onder de 19u waar ik halverwege stiekem van beginnen dromen ben, laat ik in de wolken van de Pico Arreeiro achter en ik hobbel op een zeer gezapig tempo de te steile helling af. De klim die nu komt is de laatste van de dag en daar put ik wel weer heel wat moed uit. Ook zie ik intussen Vincent en Tom (die alweer heel de dag in de weer is, kanjer!) voor de much needed boost. '25km bollen naar de finish'. Nou ja, echt hard wordt er niet meer gebold, maar ik kan toch terug wat tempo maken op het vlotter beloopbare laatste stuk. Ik loop ondertussen rond positie 100 en zolang ik blijf lopen wordt er nog maar weinig van positie gewisseld. De erg sterke Belg Luc Hapers haalt me nog in, maar ik ben al lang blij dat ik niet zoals bij de CCC vorig jaar helemaal stuk zit. Dan had de staart hier nog een paar uur langer geduurd. Een eeuwigheid op dit moment.
Nog een laatste checkpoint, wat gegalm van de speaker in het dal beneden, trappen af, de laatste, en richting finish. Ik weet niet precies waarom ik steevast de tranen in de ogen krijg bij het finishen van dit soort wedstrijden. T'is zeker niet de finish zelf, want in vergelijking met wat je de rest van de dag te zien krijgt is zo'n opgeblazen boog, hoe veel enthousiaste supporters er ook staan, maar mager. Misschien is het omdat wat bij momenten de langste dag van je leven leek eigenlijk weer voorbij gevlogen is, en bij het over de streep lopen ga ik weer van monster-temmer naar gewone sterveling. Eentje die morgen achterwaarts de trap zal moeten af gaan trouwens, maar dat zijn zorgen voor morgen. 20u25 gelopen, 36u wakker...bed in dus... amai, t'was beestig. Op naar Magné nabij Luik voor de voorlopig laatste wedstrijd in de voorbereiding richting Madeira Island Ultra-Trail eind april. La Magnétoise is er een aantal jaren tussenuit geweest, maar dit jaar is ze er, op de schouders van enkele enthousiaste jonge snaken, weer in volle glorie. Voor de 3€ inschrijving moet je het in ieder geval niet laten, al krijg je er maar weinig informatie voor in de plaats. Ik wist net nog hoe ver het ongeveer ging zijn, maar of- en waar er eventueel bevoorradingen gingen zijn bleef tot net voor de start onduidelijk en voor een GPS file van het parcours moest je ook zelf zorgen. Als ultra-loper mag je zulk een kans om je zelfredzaamheid te oefenen uiteraard niet laten liggen, dus 1,5 liter water op de rug en een eigenhandig getekend parcours in de horloge. Als ik die horloge niet thuis op de vensterplaat was vergeten had ik er zelfs gebruik van kunnen maken... Aan de start onder de piepkleine kerktoren dus, zonder horloge, maar met des te meer gezonde goesting. Het is een prachtige droge dag met net genoeg krakend koud in de ochtend om jezelf lekker warm te lopen. De eerste kilometers verlopen erg rustig, ook al starten we samen met de lopers van de kortere 45km wedstrijd. Al snel lopen we met een stabiel groepje heuveltjes op en af. De opkomende zon werpt een prachtige oranje gloed doorheen de dennenbossen, net genoeg om het randje van de ochtendkou er af te nemen. Genieten. Na een goeie 15km voel ik dat de motor is warmgedraaid en draaf ik enkele kilometer wat harder door om te voelen hoe dat voelt. Zonder hartslagmeter of enige afstands- of tijdsindicatie is dat inderdaad het enige waar ik vandaag op kan afgaan: gevoel. Hoe voelen de benen? Dorst? Hoe hard ben ik aan het werken? Kan ik dit nog een uur of 4-5 volhouden? Het werkt in zekere zin bevrijdend om helemaal vanuit je eigen sensaties te lopen. Wellicht draagt het feit dat ik merk dat de rest van het groepje waarin ik liep niet direct lijkt te kunnen volgen in de versnelling bij aan dat sterke sentiment... alleen op pad dan maar! De komende 30km zal ik inderdaad letterlijk niemand meer tegen komen. Het blijft lekker op en neer gaan over bospaadjes, een paar modderstroken en door een aantal miniscule dorpjes waar de streek een patent op lijkt te hebben. Ik schrik op uit mijn trance als ik de bevoorrading op 45km tegen kom. Ik hoor ondertussen ook van supporter Robin dat ik op een tweede plaats loop. Onverwacht, want ik had om één of andere reden in mijn hoofd ergens rond de vierde positie te hangen... Ik geloofde hem in eerste instantie dan ook niet. 'Jawel, Jawel, ... allé, hij zit niet ver'. Vlak na de bevoorrading op 10km van de aankomst loop ik inderdaad ineens aan de leiding, met een paar stevige Baskische benen in mijn kielzog. Helaas behoren die benen toe aan Zigor Iturrieta. Een prof met een 3e plaats op de UTMB en onder andere winst op Transgrancanaria op zijn palmares. Hoe moet ik die cabron er hier op die molshopen af lopen? Ik besluit dan maar een praatje te slaan in de stiekeme hoop dat hij op zijn adem zou trappen. Goed geprobeerd, maar helaas. Op de voorlaatste helling moet ik een gaatje laten en ik zie de eerste plaats langzaam uit mijn vizier glippen, hasta la vista helaas. De laatste kilometers slingeren weer bergop richting Magné en voor ik het weet sta ik weer onder de kerktoren waar we 5u42m geleden vertrokken waren. Zeer tevreden over wat wellicht mijn beste loopprestatie tot nu toe is, en dat helemaal op gevoel. Ik neem me voor dat gevoel in de toekomst maar meer te volgen en ben erg benieuwd waar het me naartoe zal leiden...
Een kleine week had ik om enigszinds te bekomen van de Meerdaalwoudtrail, maar dat bleek meer dan genoeg te zijn. Trailen in een streek waar je doorgaans niet aan denkt als je aan trailen denkt, ik toch niet. Een knappe tocht door de bossen van Braine-Le-Compte waar de trail des Bosses al aan zijn achtste editie toe is dit jaar. 'Bosses', niet als een slechte vertaling van 'bossen', zoals ik eerst dacht, maar als in het Frans voor 'bobbels'. Hollen over builtjes in het hol van Pluto dus, my idea of fun! De wedstrijd wordt georganiseerd door een kleine groep enthousiastelingen van Ams Tram Trail met het hart voor de sport op de juiste plaats en dat merk je aan alles. De schappelijke deelnameprijs, de vriendelijke vrijwilligers bij de bevoorradingen en de gemoedelijkheid aan de start. Ik besluit gezien de wedstrijd van vorige week behouden te starten en onderweg te zien hoe ik de klimmetjes en kilometers zou verwerken. Op ralenti gestart dus en het snellere groepje maar laten lopen vooraan. Na zo'n kleine 5 kilometer vond ik het echter al welletjes geweest. Trager starten, allemaal goed en wel, maar t'is wel de bedoeling dat ik hier een beetje moe van word natuurlijk. Ik passeer de eerste bevoorrading als 10e, waarna er een prachtig stuk parcours langs de scheepslift van Ronquière volgt. Vals plat omhoog dus, maar minder bobbels, waardoor ik het tempo serieus de hoogte in kan jagen. Na elke loper die ik inhaal kan ik bovendien nog een extra tandje bijsteken zodat ze het zeker niet in hun hoofd halen hun karretje aan te pikken. Naast het competitieve aspect is het, zeker op de langere afstanden, soms ook gewoon plezierig alleen te lopen. Het dwingt je om, zonder klingelende telefoons, pruttelende mailboxen of enige andere afleiding even alleen met jezelf te zijn. De volgende kilometers loop ik dan ook helemaal alleen en begin me af te vragen of er nog wel iemand voor me loopt, want ik zie in de verste verte niemand... Bij de 2e bevoorrading op kilometer 30 krijg ik het antwoord: 5e. T'zal toch niet waar zijn, weeral 5des? Nog 15 kilometer, terug het bos in, om daar wat aan te doen dus. Ik ben dan ook blij als ik een paar kilometer later ineens 2 lopers in het vizier krijg. 2 vliegen die niet meer echt vlot de laatste heuvels op vliegen, en het wil lukken dat ik nog klap genoeg heb. Hop, ineens het podium op lopen dus! Ik blijf intussen tempo maken in de modder, want het is intussen al een uurtje aan het regenen, en ook de nummer 3 Thomas Loquet moet er in de laatste kilometers nog aan geloven. In de laatste rechte lijn werd ik nog tot een sprint gedwongen door iemand waarvan ik dacht dat hij uit de achterhoede was komen aansluiten, maar achteraf eigenlijk de eerste van de kortere 25km wedstrijd bleek te zijn. 2de plaats dus, na een weeral erg sterke Stijn Van Lokeren. Met een tevreden gevoel over de wedstrijd en mijn indeling ervan keer ik terug naar de bewoonde wereld. Up next: La Magnétoise binnen 2 weken, maar eerst die gewonnen trappisten een goede bestemming geven! 4 weken ver zit ik in de training richting hoofddoel dit voorjaar: eind april de Madeira Island Ultra-Trail tot een succesvol einde brengen. 115 kilometer ver en 7 kilometer omhoog is het daar. De boodschap is dus eenzaam volume draaien in het voorjaar. Theoretisch is dit volume dan weer een ideale voedingsbasis voor een snelle marathon ergens tegen de zomer, maar laat ons voor een keer niet op de zaken vooruit lopen. Tijd om nog eens buiten te komen dus, want dat was al weer even geleden, voordat ik een verzuurde kluizenaar word. Een prachtdag om te lopen en mooi volk aan de start in het initieel idyllische Meerdaalwoud. Omdat deze wedstrijd, voor een trail, een relatief vlak parcours heeft en in de achtertuin van Leuven is, trekt ze een erg breed en talrijk publiek aan. Veldlopers, triatleten, baanvolk en piste-paarden, een bont allegaartje waarvan er potjandorie een paar kunnen lopen. De transformatie van Idyllisch naar slagveld duurt dan ook exact 500 meter kinderkoppen, waarna het slijk ons al meteen kwistig om de oren vliegt. Ah wat heb ik dit gemist. Na de traditionele veel te snelle start gaat het ook amper langzamer. Bikkelen om bij de eerste 10 te blijven voorlopig. Maar ik voel me sterk en zelfzeker. De kilometers van de laatste weken maken de benen sterk en het hoofd hard. Meerdaalwoudtrail, leuker dan dat het er uit ziet - Pic © by TDB Kort omlaag, kort omhoog. Geen ellelange klimmen hier in het Hageland, maar spitse en krachtige snokken die de benen doen tintelen en de oren doen suizen. Met een overschot aan bruis maar een tekort aan luchtbellen maken we het keerpunt ter hoogte van het Everzwijnbad. De hele weg is het een gewaagd spel van haasje-over, blufpoker en tactisch terugvallen, een echte race dus. Had ik al gezegd dat ik dit gemist heb? Op het laatste zware op en neer stukje richting kilometer 20 verneem ik dat ik op de 6e plaats hang. Amahola! Vorig jaar zou ik met deze snelheid vlot op het podium staan. Ik schud de teleurstelling van me af zoals alleen lopen me dat kan laten doen en duik de laatste kilometers in. Op de finale klim passer ik nog een loper…’als je van verzuring spreekt…’ roept hij me na…ik wil “de goeie soort!” antwoorden, maar kom helaas niet verder dan een hele diepe zucht… Ik ben echter blij te voelen dat ik me nog steeds sterk voel en loop de, op de start na, snelste kilometer van de wedstrijd richting finish. Vijfde plaats, wat geen schande is met Belgische topper Kjell De Hondt en de Ironmannen Rutger Beke en Thomas De Schutter op de schavotjes 1, 2 en 3.
Tevreden over deze test dus en op naar nog een paar weken volume in’t lang en in’t hoog. Misschien volgende week nog een wedstrijd proberen mee te pikken, gewoon, tegen de verzuring... Elk jaar, wanneer het bladgroen langzaam uit de bomen verdwijnt, de wind richting guur draait en ook de neuzen beginnen te lopen, weerklinkt er in mijn hoofd de lokroep van de Kempen. Ka-Kaa, doet de kemphaan dan, ka-Kaastel, en dan weet ik dat het weer tijd is voor de marathon van Kasterlee. Mijn allereerste marathon 3 jaar geleden en mijn 4de deelname ondertussen. Ondanks drukke verbouwingsweken heb ik het gevoel toch redelijk te hebben kunnen trainen. Laat maar komen dus. Dat persoonlijk record van vorig jaar (02u59) gaat eraan! Het blijft natuurlijk wel een schizofreen beestje daar in Kasterlee. De wedstrijd fungeert een beetje als barometer voor mij: ben ik met al dat geloop eigenlijk wel sneller geworden? Werkt mijn training nog naar behoren? Ik wil er dan ook steevast voor een snelle tijd gaan. Bovendien loop ik vaak maar eens per jaar de traditionele marathonafstand, dus als ik mijn tijd scherper wil stellen moet het hier wel gebeuren. Langs de andere kant is het natuurlijk een marathon die voor 80% op onverharde bospaden loopt, in het midden van november, wat zelden tot ideale omstandigheden lijdt om consistente toptijden te lopen natuurlijk. Ik neem me voor aan een tempo richting 2u50 te starten en te zien wat de ondergrond onderweg verder zal toelaten. Veel bekend volk aan de start, ook bij de deelnemers aan de halve marathon die samen met de marathon vertrekken. Zij doen 1 rondje, wij doen er 2. De eerste 10 km verlopen redelijk relax met goed beloopbare stukken in het zog van tempomaker Jurgen die de halve doet vandaag. Het tweede deel van de ronde is echter zwaarder, wat zandwegen die slecht liggen, wat vals-platte boswegeltjes, de hoge Riel. Achteraf gezien heb ik hier te hardnekkig willen vasthouden aan dat tempo, maar goed, no spoilers. Ik houd met Jurgen en 3e musketier Joris Jacobs dus het beoogde tempo en we maken ons keerpunt in Kasterlee op 1u24, perfect op snee. Met de twee aangename alliteraties die de marathon lopen beginnen we aan ronde 2. Het makkelijkere stuk komt er nu weer aan en ik voel met nog steeds goed. Onderweg vernemen we dat we 5de en 6de hangen. Verdorie, er wordt toch wel snel gelopen dit jaar, maar in de verte zien we nummer 4 langzaam maar zeker terrein verliezen.
Met enige frustratie worstel ik mezelf door de laatste kilometers en over de streep in 2u55 als 6de. Nog steeds een persoonlijk record waar ik zeker tevreden over mag zijn. Ik mag natuurlijk niet vergeten van waar ik kom. 3 jaar geleden liep ik hier drie kwartier trager dan vandaag. In feite, als ik zo blijf progressie maken kan ik me tegen 2020 zelfs kwalificeren voor de olympische spelen en datzelfde jaar nog het wereldrecord breken, zoals duidelijk blijkt uit bijgevoegde analyse. Tokyo here I come, ik kijk er nu al naar uit! Misschien moet ik volgend jaar toch maar eens echt werk maken van een snelle wegmarathon zodat ik kan stoppen met me afvragen wat er onder de ideale omstandigheden, als zoiets al zou bestaan, zou inzitten. Maar ja, ik wil ook zeker een paar 100+ km trails in de bergen doen, maar zeker ook een respectabele 10 km tijd op de tabellen zetten. Met de traagheid van de trail-loper uren door de natuur hossen maar ook op quasi topsnelheid mijn 5 km tijd scherper stellen… Een beetje schizofreen van mij, zoals die marathon in Kasterlee…
|
Author(ultra-)lopende-gitaar-spelende vegetariër Archives
April 2023
Categories |